Hoe loop ik een route met mijn visuele beperking?

Foto van een pad, waar de stenen slecht te voelen zijn met je voeten, omdat er sneeuw op ligt.

Deel dit bericht met je netwerk!

Om de vrijdag blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer: Hoe loop ik (zelfstandig) een route met mijn visuele beperking?

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Sinds begin oktober is het mogelijk om per e-mail op de hoogte te blijven van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.

Volg Tikje Anders ook via Facebook en Instagram.

 

Vooroordelen

‘Blind zijn lijkt me zo vervelend. Je kan nooit zelfstandig ergens heen.’
‘Wat fijn voor je dat je zo’n geleidehond hebt. De hond zorgt dat jullie nooit verdwalen.’

Nou, mooi niet! Onzin! Het gaat iets anders dan voor zienden, maar met extra energie- en tijdsinvestering kom ik een eind.

 

Vooraf

Vandaag, 15 oktober 2021, is het de Dag van de Witte Stok, waarbij in Nederland extra aandacht wordt gevraagd voor de blindenstok. Ik vond dit een mooi moment om een van mijn allereerste blogs te updaten met nieuwe informatie en opnieuw onder de aandacht te brengen.

Autorijden en fietsen mag ik niet, daarom verplaats ik me vooral met het openbaar vervoer, per taxi en te voet. Als ik de route weet, loop ik. Om te lopen moet ik een route leren of iemand moet met mij meelopen. Bij het zelfstandig lopen heb ik mijn blindengeleidehond. Zij zorgt dat ik overal kom. Zelfstandig een route afleggen kost energie en inzet van geleerde vaardigheden. Hoe ik met mijn visuele beperking een route loop, lees je hieronder.

 

In de blog ‘Hoe reis ik met mijn visuele beperking met het openbaar vervoer?’ lees je meer over hoe ik reis met bus, tram, trein en metro.

Nieuwe routes oefenen met een Dogsim

Nieuwe routes loop ik de eerste paar keer met iemand samen. Met het leren van de routes in Hoorn, ben ik een half jaar voor onze verhuizing begonnen. Hiervoor heb ik mobiliteitstraining aangevraagd bij Koninklijke Visio.

Een ergotherapeute heeft de routes met mij geoefend. Nieuwe routes leren doe je zonder je blindengeleidehond. Tijdens het oefenen doe je wel eens iets fout en dat kan de hond onthouden, waardoor deze bijvoorbeeld altijd de verkeerde straat in wil lopen. Het idee dat de hond de weg zou weten, berust op een misverstand. Het is andersom: ik weet waar ik heen ga en door middel van commando’s wijs ik mijn hond de weg. Mijn geleidehond zorgt dat ik onderweg nergens tegenaan loop of over struikel. Als de hond in zijn hoofd heeft dat we ergens anders heen moeten, moet ik doorhebben dat het niet klopt.

 

In de blog ‘Hoe zit het nou met zo’n blindengeleidehond?’ lees je wat geleidehonden allemaal leren.

 

Dogsim staat voor dog simulator: een namaak hond. Het is een metalen frame met daarop een blindengeleidehondentuig. Aan het frame zit een lange stang met een handvat dat naar achteren steekt. De cliënt houdt de geleidehondenbeugel vast en de ergotherapeut duwt de dogsim met de stang naar voren. Tijdens het lopen kan de ‘bestuurder’ de nep hond alles laten doen dat een echte geleidehond doet. Zo stoppen ze bij stoepranden, ontwijken ze obstakels en testen de cliënt door de fake hond de verkeerde kant op te sturen. De cliënt geeft door middel van geleidehondencommando’s de metalen hond opdrachten, die worden uitgevoerd door de ‘bestuurder’.

Veel mensen weten niet waar de dogsim voor is. Tijdens het lopen langs een tuin hoorde ik een vrouw zeggen: ‘Oh, wat een mooie uitvinding is dat! Zo kunnen blinden toch samen met iemand wandelen.’ Of ik daar zo een lomp apparaat voor nodig heb. Ik kan ook iemand een arm geven.

 

Plattegrond in mijn hoofd

Het leren van nieuwe routes gaat mij, als ze niet te lang zijn, redelijk goed af. De ergotherapeute was dit volgens mij niet gewend. Ze vroeg aldoor of ik de route wilde noteren op mijn telefoon of opnemen met een memorecorder. Mijn brein slaat dit soort informatie stevig op en na een paar keer lopen weet ik de route feilloos. Ik tel geen stappen, maar zijstraten. De grote herkenningspunten sla ik op op een kaart in mijn hoofd. Zo kan ik nieuwe routes koppelen aan al bekende routes.

Toen ik nog wat kon zien, gebruikte ik in Weesp de regiotaxi bij het uitvinden van nieuwe routes binnen Weesp. Ik liet me wegbrengen met de taxi en keek uit het raam naar de route die we aflegden en welke herkenningspunten we voorbij reden. Deze voegde ik toe aan de kaart in mijn hoofd. Op de terugweg kon ik dan lopend naar huis.

 

In de blog ‘Hoe leg ik uit wat ik als blinde of slechtziende zie?’ lees je wat ik nu zie en wat ik vroeger zag.

 

Nu ik nagenoeg niets meer zie, werkt mijn truc met de regiotaxi niet meer. Om na de verhuizing toch een beter beeld te hebben van mijn nieuwe omgeving, heb ik bij Passend Lezen een productieverzoek ingediend voor een reliëfkaart van mijn wijk. Deze voelbare plattegrond helpt mij met het creëren van een kaart in mijn hoofd. Op de kaart kan ik zien hoe straten en belangrijke gebouwen zich tot elkaar verhouden. Wat ligt ongeveer waar in de wijk? Welke straat is daar vlak bij? Dit helpt mij bij het visualiseren van de omgeving.

Deze techniek gebruik ik ook in ruimtes. Ik sla de belangrijke info op in de kaartenkast in mijn hoofd. Bij vriendin X staat de bank linksachter in de woonkamer. Als ik op het vloerkleed stap is het vier passen naar links. Het toilet zit recht tegenover de woonkamer. Als ik binnenkom is de wasbak links. Enz.

 

Bespioneerd worden

Dat ik er vertrouwen in heb de route goed te kennen en zelfstandig te kunnen lopen, zegt niet dat mijn omgeving dat ook heeft. Jaren nadat ik de routes leerde, vertelde mijn partner dat hij me de eerste keer dat ik alleen de route aflegde op een afstand gevolgd was om te zien of het allemaal goed ging. Ik was hier boos over. Het voelde als een motie van wantrouwen. Het gaf mij het gevoel dat hij niet vertrouwde op mijn zelfstandigheid. Vooral dat hij het stiekem had gedaan, vond ik erg.
We hebben er over gepraat. Hij deed het niet om mij te kwetsen. Hij wilde zeker weten dat alles goed ging en maakte zich zorgen dat ik de route niet goed genoeg kende. Ook wilde hij zelf zien dat ik geen gevaar liep in het verkeer bij de drukkere oversteekpunten. Hij vertelde dat andere familieleden dit ook hadden gedaan. We hebben afgesproken dat hij het in de toekomst zegt als hij de bevestiging nodig heeft voor zijn gemoedsrust. Hij mag dan gerust achter me aan lopen om te zien hoe het gaat, maar niet stiekem.
In het begin checkte hij regelmatig via de iOS app ‘Zoek mijn’ waar ik was. Het gebeurde wel dat hij me belde: ‘Hë, je loopt verkeerd!’ Andersom maakte ik er ook gebruik van…

 

Verdwalen en onbekende routes

Een enkele keer loop ik een onbekende route. Dit komt meestal doordat ik verdwaald ben. Om te weten waar ik ben, gebruik ik apps op mijn iPhone. Mijn iPhone voelt tegenwoordig als mijn levenslijn. Ik kan altijd iemand bellen en door de app ‘Zoek mijn’ ben ik voor iedereen van ons iPhone-gezin zichtbaar op de kaart. Als ik verdwaald ben, bel ik mijn vriend. Hij kan op het kaartje zien waar ik ben, zodat ik me kan oriënteren.

In de blog ‘Hoe gebruik ik een iPhone met mijn visuele beperking?’ lees je hoe ik een iPhone kan gebruiken en wat ik allemaal met dit wonderhulpmiddel doe.

Ik probeer het eerst zelf op te lossen. Hierbij gebruik ik de apps:

  • BlindSquare > Deze app geeft je informatie over je omgeving. Het vertelt over de straten die je passeert en over welke belangrijke gebouwen in de buurt zijn. Denk hierbij aan winkels, scholen, openbare gebouwen en stations. De app geeft kloksgewijs hun afstanden weer. Je hoort ook welke kompasrichting je op loopt.
  • Kaarten > Deze app van Apple werkt goed samen met spraakassistent Siri. Ik zeg tegen Siri: ‘Maak looproute naar huis.’ Mijn iPhone geeft me dan instructies hoe ik moet lopen.

 

Het nadeel van navigatie apps is dat je moet weten welke kant je op moet om je route te starten. Als ik stil sta en de planner zegt: ‘Loop 100 meter rechtdoor en ga dan linksaf.’ weet ik niet welke kant op volgens de planner ‘rechtdoor’ is. Ik probeer dan maar iets. Als de planner dan roept: ‘Loop 120 meter rechtdoor en ga dan linksaf.’ Weet ik dat ik de verkeerde kant op ga.

Tijdens het instellen en gebruiken van de apps let ik goed op mijn omgeving. Als ik mensen hoor, vraag ik ze waar ik ben en waar een belangrijk oriëntatiepunt voor mij is, zoals het winkelcentrum of een bekende brug. Door het antwoord kan ik mij vaak weer oriënteren.

Videobellen is ook een mooie oplossing. Als ik niet weet waar ik ben, bel ik mijn partner en laat hem mee kijken via de camera, zodat ik de juiste straat weer kan vinden. Dit is ook handig bij het terugvinden van dingen. Zo liet ik ooit in een park mijn taststok vallen en kon ik hem niet meer vinden. Mijn vriend heeft me via de camera van mijn iPhone geholpen hem weer in handen te krijgen.

 

Bekende routes zelfstandig lopen met een geleidehond

Wanneer ik de route ken, loop ik hem zelfstandig. Ik weet hoe we van A naar B komen en mijn geleidehond, Tarka, zorgt dat ik er geen blauw plekken aan overhoud. Ze loodst me netjes om obstakels, zoals vuilniscontainers, (fout) geparkeerde fietsen en op de stoep staande auto’s heen. Laaghangende takken van bomen omzeilt ze voor me en ze stop bij stoepranden.

Onderweg kan Tarka op commando objecten voor mij vinden, zoals een paal, trap, zebrapad of deur. Zij stopt bij dit object, zodat ik weet dat we er zijn.

Routes lopen is meer dan weten wanneer je naar links of rechts moet. Ik let op alles om mij heen wat me kan helpen om te weten waar ik ben. Wanneer ik in de verte een weg hoor, weet ik bijvoorbeeld hoe ver het nog ongeveer is en heb ik als het ware een richtingaanwijzer.

Om me te oriënteren gebruik ik mijn zintuigen:

  • Gehoor > Wat hoor ik? Vanaf welke kant komt het geluid van de weg? Hoever is het geluid van me af? Hoor ik een echo? Loop ik dicht naast een muur of op open terrein? Hoor ik de winkelwagens van de supermarkt? Hoor ik bladeren ritselen? Hoor ik stemmen op dezelfde plek?
  • Geur > Wat ruik ik? Ruik ik (vers gemaaid) gras? Ruik ik de koffie van de Starbucks? Ruik ik versgebakken brood van de bakker? Ruik ik de zilte lucht van de zee?
  • Tast > Wat voel ik onder mijn voeten? Loop ik op stenen, grind, hout of gras? Wat voel ik als ik met mijn stok opzij beweeg? Kan ik de brugleuning aanraken als ik mijn hand uitsteek? Loopt de stoep omhoog of omlaag? Heb ik effen of oneffen grond onder mijn voeten?
  • Zicht > Toen ik nog iets zag gebruikte ik mijn ogen voor grote oriëntatiepunten, zoals: Zie ik dat grote gebouw al? Loop ik op de buitenweg netjes langs de kant? Zie ik het zebrapad al?

 

Mijn zintuigen worden soms uitgeschakeld door omgevingsfactoren. Een draaiende motor van een stilstaande vrachtwagen, belemmert mijn geur door de benzinewalm die hij uitwasemt. Door de motor wordt tevens mijn gehoor belemmerd. Helemaal als het een smalle straat is die maakt dat het geluid weerkaatst. Ik heb een bloedhekel aan schoonmaakwagens en grasmaaiers. Deze rijden heel traag en maken dat ik niets meer hoor van de omgeving, waardoor ik mijn oriëntatie kwijt kan raken.
Als er sneeuw of veel bladeren liggen, kan ik de grond eronder niet voelen met mijn voeten en mis ik het stukje tast. Harde wind en regen belemmeren mijn gehoor. Auto’s klinken op een nat wegdek anders dan op een droog wegdek, waardoor afstanden inschatten lastiger is.

Bij het lopen maak ik gebruik van echolokalisatie. Aan de mate van dofheid en richting van weerkaatsing van het straatgeluid en mijn eigen voetstappen kan ik vaak horen of ik in de buurt sta van een muur, tussen huizen inloop of juist in open gebied loop of wanneer ik een obstakel passeer.

 

In de blog ‘Verdwaald op een vierkante meter’ lees je hoe ik door een kort moment van afleiding ben verdwaald en hoe ik dit heb opgelost door het inzetten van al mijn zintuigen.

Oversteken

Het spannendste idee van dat ik zelfstandig een route loop, vinden mensen vaak het oversteken. Hierbij ben ik totaal afhankelijk van mijn gehoor. Tarka zoekt voor mij een zebrapad of wijst me de stoeprand aan, waarna ik goed naar het verkeer luister om te horen of de weg vrij is. Een hond kan geen afstand en snelheid inschatten, daarom bepaal ik wanneer we oversteken. Ik luister naar het verkeer: Hoor ik iets links, hoor ik iets rechts en nog een keer. Ik steek mijn herkenningsstok omhoog, zodat automobilisten zien dat ik ga oversteken en zeg tegen Tarka: ‘Vooraan!’ We stappen de stoep af en aan de overkant stopt ze met haar voorpoten op de stoeprand. Auto’s staan niet altijd netjes geparkeerd en dan is het aan Tarka om een stukje uit te wijken en een open plek naar de stoep te vinden.

Dit is de ideale situatie, maar helaas rijden nog veel auto’s door als ik mijn stok omhoog doe. Het is een officiële verkeersregel (Artikel 49 lid 1 van de verkeerswet) dat een automobilist moet stoppen voor een blinde of slechtziende die wil oversteken met een witte stok. Organisaties, zoals de Oogvereniging, proberen dit regelmatig onder de aandacht te brengen. Op de website van Stop voor de witte stok lees je er meer over.

Elektrische auto’s en fietsen zijn lastig bij het oversteken, omdat ze nauwelijks hoorbaar zijn. Autofabrikanten zorgen tegenwoordig dat elektrische auto’s toch enigszins geluid maken.

Mijn grootste oversteek frustratie gaat naar fietsers. Ze fietsen nog snel even voor of achter je langs. Mijn tast- en herkenningsstok zijn al meerdere keren uit mijn handen geslagen door een voorbijrazende fietser. Er zijn er zelfs hierdoor een paar gebroken.

De prettigste, en ook meteen veiligste, manier om over te steken is bij een zebrapad met een verkeerslicht met een rateltikker. Met het commando ‘Zoek paal!’ wijst Tarka met haar neus het verkeerslicht aan, waarna ik het knopje indruk. Dit is altijd goed te vinden, daar hij ongeveer op buikhoogte zit. De rateltikker begint dan langzaam te tikken, zodra hij sneller gaat, weet ik dat ik kan oversteken. Sommige rateltikkers staan slecht afgesteld: ik ben pas halverwege het zebrapad en dan gaat hij alweer terug naar langzaam. Ik word daar altijd heel zenuwachtig van.

Sommige rateltikkers staan altijd aan, hierdoor zijn ze een handig oriëntatiepunt als ik op straat loop.

 

Een route lopen met een taststok

Voor ik hier verder op in ga, vertel ik eerst iets over de taststok en hoe deze gebruikt wordt.

Wat is een taststok?

Er bestaan twee verschillende soorten stokken: herkenningsstok en taststok. Beide zijn wit en hebben rode bandjes voor de herkenbaarheid. Een herkenningsstok is kort (ongeveer 90 cm) en is, zoals het woord al zegt, bedoeld om mensen te laten zien dat je blind of slechtziend bent. Deze stok is niet om mee te tikken. Je houdt hem diagonaal voor je, in de zogenaamde beschermhouding, zodat hij goed opvalt en mocht je toch een paaltje over het hoofd zien, deze door de stok wordt geraakt. De herkenningsstok wordt gebruikt door slechtzienden en mensen met een blindengeleidehond. In het laatste geval wordt de stok niet schuin gehouden, maar steekt hij recht omlaag.
De taststok is langer en wordt door blinden of zeer slechtzienden gebruikt om op de grond te tikken of over de grond te rollen. Stokken bestaan in meerdere maten en materialen.

Als kind heb ik stoklooples gehad van een mobiliteitstrainer van Koninklijke Visio. Je hoort een stok te gebruiken die vanaf de grond ongeveer tot aan je borstbeen komt. Ik ben eigenwijs: mijn stok is 10 centimeter korter. Hoe langer de stok hoe vaker hij ergens in vast zit is mijn ervaring. Meerdere mobiliteitstrainers hebben geprobeerd mij aan de langere stok te krijgen, maar ik heb nog altijd liever een korte.

Mijn huidige taststok is aan vervanging toe. De punt is bijna twee centimeter afgesleten van al het tikken. Binnenkort ga ik naar Koninklijke Visio om te kijken wat voor stok bij mij past. Mijn huidige stok heb ik al meer dan tien jaar. Er bestaan tegenwoordig veel verschillende stokken. Ik ga kijken of een stok met een wieltje of balletje aan de punt iets voor mij is.

 

Hoe loop je met een taststok?

Bij het lopen met een taststok tik je bij iedere stap, of iedere keer als je dezelfde voet verzet, met de stok links en bij de volgende stap rechts voor je. De stok blijft laag boven de grond, zodat je niet een stoeprand mist. De tikpunten liggen ongeveer 25 centimeter links van je linkervoet en 25 centimeter rechts van je rechtervoet. Er bestaan ook stokken met een balletje aan de punt, zodat je hem niet hoeft op te tillen, maar kan rollen. De bedoeling van de stok is de obstakels die zich op je pad bevinden te raken, zodat je weet dat ze er zijn en er omheen kunt lopen. Je kunt beter een muurtje met je stok raken dan dit tegen je schenen krijgen.

 

Verschillen tussen het lopen met een geleidehond en lopen met een taststok

Zonder mijn geleidehond is het anders lopen. Met de taststok loop ik van obstakel naar obstakel. De hond ontwijk deze. De obstakels hebben een herkenningspuntenfunctie. Als je weet dat je na de derde lantaarnpaal moet oversteken, is dat een handig oriëntatiepunt. De geleidehond loopt deze paal echter voorbij, omdat de hond deze ziet als obstakel. Met een geleidehond kies je daarom vaak voor andere herkenningspunten dan als je met een stok loopt.

Het lopen met een taststok kost mij meer energie dan het lopen met een hond. Met mijn stok ben ik gespannen tijdens het lopen. Bij elke tik verwacht ik een obstakel. Mijn stok blijft regelmatig ergens aan haken, zoals tussen de spijlen van een hek of in een struik. Mijn looptempo met de geleidehond is veel hoger dan met de stok. De hond voert mij moeiteloos overal langs. Doordat ik me tijdens het lopen met mijn stok zo moet concentreren is het ook heel lastig om tijdens het lopen een gesprek te voeren met anderen. Als ik met mijn hond loop, gaat dat veel beter.

In het verleden gebruikte ik mijn 2% restvisus om intensief te turen naar de paar meter voor me die ik nog kon zien in de hoop zo obstakels te vermijden. Met de geleidehond was dit niet meer nodig en kon ik mijn zicht inzetten op dingen die verder weg waren. Nu niet voor ontwijken van obstakels, maar als oriëntatie hulpmiddel.

 

In een rechte lijn lopen

Rechtdoor lopen is lastig als je geen referentiepunt hebt. Een vroegere vriendin wees me erop dat ik met mijn stok over de stoep slingerde. Het gaf me altijd een negatief gevoel als ze dat zei, omdat ik er niets aan kon doen. Om te zorgen dat ik rechtdoor loop gebruik ik, als die er is, een natuurlijke gidslijn, zoals een stoeprand of grasstrook. Ik tik met mijn stok aan de ene kant op het gras en aan de andere kant op het steen. Niet overal zijn natuurlijke gidslijnen en dan doe ik het op gevoel. Dat zijn de momenten waarop ik slinger.

Een trucje van mij is om achter mensen aan te lopen. Sommige vrouwen hebben van die lekker hard klinkende hakken of ik hoor mensen met elkaar praten. Als ik zorg achter hen te blijven en luister naar de beweging van hun stem, kan ik hun route volgen. Als ik ze iets naar links hoor gaan en dan weer terug naar rechts, weet ik dat er een obstakel op mijn pad moet zijn. Dit werkt ook goed bij trappen. Als ik op een station iemand volg en het geluid gaat omlaag of omhoog, weet ik dat de trap nabij is.

 

Geleidelijnen

De ribbeltegels op stations en in sommige steden zijn aangelegde geleidelijnen voor visueel gehandicapten. Deze lijnen kan ik met mijn stok volgen. Ik hoef dan niet bang te zijn ergens tegenaan te lopen. Althans dat is de bedoeling. Het gebeurt regelmatig dat er reclameborden van winkels of fietsen op staan. Ook maken gemeentes het soms bont door de lijn dood te laten lopen tegen een muur of er een lantaarnpaal op te zetten. Volgens Houdt de lijn vrij houdt maar liefst 56% van de mensen geen rekening met het vrijhouden van geleidelijnen.

Om deze tegels goed te voelen onder je schoenen moet je niet te dikke zolen onder de schoenen hebben. Een blinde vriend van mij wist heel lang niet dat er in Weesp veel ribbeltegels liggen. Hij voelde ze niet onder de dikke zool van zijn schoen.

 

Vroeger haatte ik de blindenstok

In mijn jeugd had ik een hekel aan mijn taststok. Hij maakte dat ik anders was, zelfs op de school voor speciaal onderwijs. Het was een school voor leerlingen met een visuele beperking in Amsterdam-West. Er zaten weinig blinden bij ons op school en met die er waren, wilde ik niet worden geassocieerd. Ik ben zelfstandig opgevoed en veel van hen waren voor mijn gevoel niet zelfstandig. In de pauze ging ik met een vriendin vaak het schoolplein af om naar de supermarkt of de Febo te gaan. Ik gebruikte mijn restvisus om obstakels en mensen te ontwijken en mijn gehoor en restvisus samen bij het oversteken. Ik deed dit ook als ik alleen was. Door docenten ben ik enkele keren aangesproken op dat ik mijn stok moest meenemen, maar ik deed het niet. Achteraf snap ik dat ik onverantwoordelijk bezig was, maar toen haatte ik dat ding.

 

Wanneer is het lastig om zelfstandig een route te lopen?

Er zijn een paar situaties waarin het heel lastig is om je te kunnen oriënteren.

 

Shared space

In veel steden komen steeds vaker shared space gebieden. Dit zijn meestal gebieden zonder stoepen, waardoor alle verkeersdeelnemers op elkaar moeten letten. Het nadeel voor mij als nagenoeg blinde is dat ik mijn oriëntatiepunten in zo een gebied kwijt ben. Ik kan niet veilig op de stoep lopen, maar kan van alle kanten door fietsers, scooters en auto’s worden benaderd. Lopen op een dergelijke straat of een plein geeft me altijd een onveilig gevoel. Ik heb geen invloed op de andere verkeersdeelnemers.

 

Oneffen grond

Over het strand lopen of door een bos, zonder pad, loopt voor mij heel ongemakkelijk. Ten eerste omdat ik de obstakels voor mij niet zie. Op het strand kan er ineens een kuil zijn of in het bos steekt er een boomwortel omhoog. Dit alles maakt dat ik geen rechte lijn kan aanhouden op een oneffen pad. Het is voor mij daarom niet ontspannen om dit in mijn eentje te doen. Bos- en strandwandelingen maak ik liever samen met iemand.

 

Ervaringen van andere blinden en slechtzienden

Er zijn slechtzienden die nog auto mogen rijden. Wettelijk gezien moet je minstens 50% gezichtsscherpte hebben om te mogen autorijden, maar sinds 2009 mogen mensen met een lagere gezichtsscherpte ook proberen om met een bioptische telescoopbril een B-rijbewijs te halen. Bij Koninklijke Visio is hier een training voor te volgen.

Veel van de slechtzienden die ik ken gebruiken geen stok of geleidehond. Zij zien genoeg om zich zonder hulpmiddel te verplaatsen. Sommigen kozen er op latere leeftijd voor toch een herkenningsstok te gebruiken. Mensen weten hierdoor dat je niet goed ziet en gaan meestal voor je opzij. De zeer slechtzienden en blinden in mijn omgeving hebben een blindengeleidehond of lopen met een taststok. Ik zie steeds meer mensen met een stok met een balletje. Voorheen liepen voor mijn gevoel alleen mensen met een slechte oriëntatie met een dergelijke stok, maar tegenwoordig stappen steeds meer mensen over naar deze variant. Zelf denk ik er dus ook over.
Via via en op beurzen heb ik kennis gemaakt met nieuwe stokken. De Light up Cane is een lichtgevende stok die is ontwikkeld door de slechtziende Debby Marchena. Daarnaast is er de iCane: een stok die is voorzien van een obstakeldetector en deze via trillingen en geluid doorgeeft aan de gebruiker.
Routes leren doen ze met hulp van familie, vrienden of trainingscentra, zoals Koninklijke Visio en Bartiméus. Voor de onbekendere routes wordt gebruik gemaakt van navigatie apps op de iPhone, zoals Kaarten, Google Maps, Komoot en Nav by ViaOpta. Sommigen, doen dit in combinatie met de apps Blindsquare of Lazarillo. Sinds kort is er ook het hulpmiddel N-Vibe. Dit zijn armbandjes die contact maken met je telefoon en je de weg wijzen door middel van trillingen. Het voordeel hiervan is dat je je oren vrijhoudt tijdens het lopen. Voor indoor navigatie is er bijvoorbeeld de app Clew.
Niet alle ziende mensen hebben goede oriëntatie en ruimtelijk inzicht. Ook onder blinden komt dit voor. Je hebt dan als het ware een dubbele handicap.

 

Ook nieuwsgierig?

Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.

 

Update: Deze blog verscheen voor het eerst op 5 maart 2021 en is op 15 oktober 2021 geactualiseerd met meer ervaringsverhalen, toegankelijke apps, verwijzingen naar passende links en nieuwe informatie.

 

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.

Volg Tikje Anders ook via Facebook en Instagram.

Deel dit bericht met je netwerk!

37 gedachten over “Hoe loop ik een route met mijn visuele beperking?

  1. Hey Deb,
    Wat een ontzettend leuke blog!
    Ik heb al in een deuk gelegen om je nachtelijke avontuur, en deze geeft een goede uitleg van “hoe het werkt”.

    Wat betreft die vriendin die een negatief gevoel bezorgde met haar uitspraak dat je slingerde…
    Ik voel me aangesproken. Vroeger waren er nog geen blogs of andere info als deze. Misschien was het onwetendheid van je vriendin?
    Misschien was het een neiging tot zelfspot?
    Zelf heb ik platvoeten en zwalk ik altijd over straat. Mijn man zegt dat ook altijd. En met mijn copd loop ik ook vaak te blaffen. Met humor probeer ik het leven lichter te maken.
    Anyway, ik weet nietnof je mij bedoelt. Maar het is in ieder geval nooit mijn bedoeling geweest om je een negatief gevoel te bezorgen. Ik wilde en wil nog steeds graag een goede vriendin voor je zijn. Dat verdien je, en wilde ik je even laten weten.

    Keep up the good work,
    Xxx

    1. Hoi Aletta, Leuk dat je zo snel de blogs al hebt gelezen. Nee, de slinger opmerking in de blog ‘Hoe loop ik een route met mijn visuele beperking?’ kwam niet van jou, maar van iemand waar ik geen contact meer mee heb. Dus maak je geen zorgen.

  2. Hoi Debby,
    Wat een leuk om je verhalen te lezen. Ook over je nachtelijke avontuur met Candor. En ook veel.dingen die ik lees, wat ik nog niet wist. Heel leuk.
    Groetjes Ria

  3. hoi Debby,

    Wat een heldere en gedetailleerde uitleg. Heel duidelijk en goed geschreven! Je benoemt ook veel dingen waar ik zelf niet aan gedacht zou hebben, omdat ik ze zelf zo vanzelfsprekend vind.

    groetjes, Hedda

    1. Hoi Hilly, Dank je! Fijn te horen dat de inhoud voor jou interessant en leuk is om te lezen. Ondanks dat ik op 5 maart 2021 ben begonnen blogs te plaatsen, ben ik sinds november bezig met het opzetten. Ik zou het eerst samen doen met iemand, maar dat ging helaas niet door. Daarna hulp gezocht bij het opzetten van de site en ondertussen flink wat blogs geschreven, zodat ik jullie de elke week met iets nieuws kan verrassen.

  4. Hallo Debby,
    Wat pak je dat geweldig goed aan met deze website. Zo kort geleden van start gegaan en al zoveel zinnige en leuke inhoud! Leuk om te lezen maar je informatie is ook super degelijk. Ik blijf je volgen!
    Groeten,
    Hilly Appel

    1. @Jacky: Dank je! Ja, de techniek maakt dat er steeds meer mogelijk is. Videobellen is daar een goed voorbeeld voor. Over dat stiekem achtervolgen was ik heel boos toen ik het hoorde. Voelde me er door gekwetst. Nadat we het uit hadden gepraat, begreep ik dat het voorkwam uit bezorgdheid. Dus inderdaad lief bedoeld.

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.