Nummer 13.865

Foto van Debby’s linkeroog, waarvan de pupil grijs is, doordat er veel littekenweefsel in het oog zit.

Deel dit bericht met je netwerk!

Voor mijn oogcontroles ging ik jarenlang naar dr. Prick in het AMC. Zij was vanaf mijn geboorte mijn oogarts. Zo een tien jaar geleden ging zij met pensioen. Haar kennis over oogzorg, en mijn oogproblematiek in het bijzonder, mis ik enorm. Wat ik het meest mis is haar manier van doen. Als ik tussentijds oogklachten had, konden we altijd binnen lopen en ze nam ons serieus als we ergens mee zaten. Het consult was niet even met een lichtje in mijn oog schijnen, ze was ook geïnteresseerd in de persoon achter mijn oog. Na haar vertrek kreeg ik een reeks andere artsen, waarbij ik me vooral een nummer voelde. Ook had ik het gevoel dat mijn vragen of problemen niet serieus werden genomen.

In mijn blogpost ‘Hoe leg ik uit wat ik als blinde of slechtziende zie?’ lees je wat ik vroeger nog zag en wat ik nu nog zie.

Ik heb geprobeerd over te stappen naar het Oogziekenhuis in Rotterdam, maar die wilde mij niet aannemen. Omdat ik geen vertrouwen meer had in het AMC, inmiddels VU, ging ik op hun aanbod in voortaan de, inmiddels jaarlijkse, controles te laten doen bij mijn plaatselijke ziekenhuis.
Daar kreeg ik dr. Borsje; een aardige, rustige man van niet veel woorden. Hij was geen dr. Prick, maar ik voelde me ook geen nummer. Hij nam de tijd voor vragen en legde dingen uit als je erom vroeg. Helaas ging hij begin dit jaar met pensioen. In september had ik een afspraak met mijn nieuwe oogarts, helaas voelde ik me weer meteen nummer 13.865.

Vrijdag 22 september 2023

Ons plaatselijke ziekenhuis is voor mij een doolhof en ik vraag daarom meestal of er iemand met me mee kan. Bovendien horen twee meer dan één. Vandaag moet ik voor jaarlijkse controle naar mijn nieuwe oogarts. De afspraak is nogal kort dag gemaakt en ik had niemand om mee te gaan. Een baliemedewerkster in de centrale hal is zo aardig me even naar de poli te brengen.
Bij de balie meld ik me aan en ik word naar een stoel verwezen in de wachtkamer. Al snel word ik geroepen voor, wat ik het zwaaicircus noem. Een assistente / zuster schijnt met een lampje in mijn ogen en wil weten of ik dat zie. Voor de zoveelste keer leg ik uit dat ik dat niet zie en dat ik alleen nog heel fel licht zie, zoals vel zonlicht. Gelukkig hebben ze inmiddels begrepen dat ik de pupilvergrotende druppels niet wil hebben, omdat ze bij mij niet werken.
Binnen een paar minuten zit ik weer in de wachtkamer te wachten op de arts. Ineens realiseer ik me dat ze mijn oogdruk niet heeft gemeten. Mijn oogdruk is altijd vrij laag, tussen de 2 en 5) en kan alleen gemeten worden met een bepaald meetapparaat; een blauwe lamp. Ik zit vlak voor haar deur en hoor typegeluiden in de kamer, waardoor ik weet dat de deur open is. Ik klop op de deur, waarna ik vraag of ze de druk niet moet opmeten. ‘Nee, dat doet de arts zo.’
‘Ok, bedankt,’ zeg ik voordat ik weer ga zitten.
Na een kwartier roept de nieuwe arts mij binnen. Tarka, mijn blindengeleidehond, loodst me netjes de kamer binnen. Ik ben nog niet gewend aan het niet meer handengeven in het ziekenhuis en steek automatisch mijn hand uit. De arts zegt dat ze dat niet meer doen. O ja, suf van me.
Als ik zit, gaat hij meteen aan het werk. Geen kennismaking, geen prietpraat en geen samenvatting van mijn dossier. ‘Heeft u klachten?’
Lichtelijk verbaasd over deze snelle aanpak, kom ik ter zake: ‘Ik heb nog steeds af en toe pijn rechtsboven in het rechteroog en heb af en toe een zandkorrel gevoel in het oog.’
Hij gaat kijken met het grote apparaat. Ik leg mijn kin op het kinnensteuntje en hij schijnt met een lamp in mijn oog en kijkt door een lens voor gedetailleerder beeld. Hij laat me een paar minuten alle kanten op kijken. Dan schuift hij achter zijn pc en schrijft het een en ander op. Na een korte stilte zegt hij: ‘Het ziet er rustig uit. Heeft u nog medicatie nodig?’
‘Nee, dat loopt allemaal automatisch via de apotheek.’
‘Ok, dan…,’ zegt hij terwijl hij zijn stoel al achteruitschuift.
‘Ik heb nog een paar vragen,’ onderbreek ik hem voordat hij op kan staan.
De wieltjes van de stoel rollen weer naar voren. ‘Wat wilt u weten?’ klinkt het niet heel enthousiast.
‘Moet u de druk niet opnemen?’
Hij rolt met zijn stoel richting de pc en drukt op wat knoppen. ‘Is dat nog niet gedaan dan?’
‘Nee, de assistente zei dat u dat zou doen.’
‘Oh, die is altijd laag toch?’
‘Ja, maar ik wil het wel graag weten.’
Het grote apparaat wordt weer tevoorschijn getoverd en ik moet weer met mijn kin op de kinnebak. Mijn ogen worden gedruppeld met de verdoving en de kleurstof en de oogdruk wordt gemeten. Deze is inderdaad laag. De cijfers worden meteen ingetypt, waarna de stoel weer achteruitschuift. ‘ok, dan…’ begint hij weer.
‘Ik had nog een vraag.’
‘Ja,’ zucht hij nog net niet terwijl zijn wieltjes weer mijn kant op komen.
Ik merk dat hij graag door wil met de volgende patiënt, maar ik heb al anderhalf jaar moeten wachten op een nieuwe afspraak en ik wil mijn vragen kwijt. Dus ik zeg: ‘Dr. Borsje zei een tijd terug dat jullie geen foto’s van mijn ogen in het systeem hebben, omdat de foto’s uit het dossier van het AMC niet goed worden overgenomen of weergegeven in dit systeem. Of zoiets. We kwamen er toen achter omdat hij graag een foto wilde zien van hoe het er eerst uitzag, zodat hij vergelijkingsmateriaal had. Er zijn in dit ziekenhuis nooit extra onderzoeken gedaan of foto’s gemaakt. Is het geen idee dit alsnog te laten doen, zodat er een basisfoto is?’
‘Nee, dat is niet nodig,’ zegt hij stellig terwijl hij op de knoppen van zijn toetsenbord klikt, ‘Er staan beschrijvingen van uw bezoeken van de afgelopen paar jaar en daarmee kunnen we vergelijken.’
Ik ben het oneens met deze uitleg, maar ben dit moeizame gesprek beu en denk dat ik niet meer loskrijg van deze man.
‘Als dat het was?’ zegt hij als hij zijn stoel weer naar achteren schuift, ‘Dan zie ik u weer over anderhalf jaar.’
‘Anderhalf? Ik kom altijd elk jaar.’
‘Uw ogen zijn al een tijd stabiel en anderhalf jaar is daarom voldoende. Als er tussentijds iets is, kunt u bellen,’ zegt hij terwijl hij opstaat.
Mijn laatste vraag ben ik even kwijt en ik besluit het hierbij te laten. Met een onvoldaan gevoel verlaat ik de kamer. Mijn hoop op een dr. Prick of anders Borsje is de grond ingeboord. Ik ben gewoon weer nummer 13.865.
Volgende patiënt, alstublieft!

Conclusie

Achteraf kreeg ik nog één klein sprankje hoop. Misschien had hij in september gewoon zijn dag niet. Ik ben benieuwd of het in 2025 beter gaat.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Twitter, Facebook en Instagram.

Deel dit bericht met je netwerk!

1 gedachte over “Nummer 13.865

  1. Vreselijk wat een nare man. Maar heel goed dat je zei over het opmeten van de oogdruk. En de foto’s.
    Maar nu pas weer in 2025 terug. Nou zeker bellen als er vragen zijn.

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.