Soms gebeuren er dingen, waardoor je je een slechte dierenbaas voelt. Onlangs gebeurde er weer zoiets.
In de blog ‘Foei baas!’ lees je over een ander voorval waarbij ik me een slechte baas voelde.
Ons avondritueel
Ik heb een vast avondritueel. Na het uitlaten van mijn blindengeleidehond, Tarka, stap ik de voordeur binnen, waarna ik haar tuig afdoe. Als ik de woonkamer in loop, zit er een welkomstcomité van katten klaar op het tv-meubel naast de deur. Ze krijgen dan een aai en ik til er eentje op, waarmee ik naar de voorraadkast loop om zakjes met blikvoer voor ze te pakken. Mijn vaste kattenvanger-van-Hamelen-roep is: ‘Dommel! Dopey! Kippie, kippie! Monster! Gimli! kippie, kippie!’ De woorden ‘Kippie, kippie!’ in deze roep slaan op gedroogde reepjes kip, een soort katten snoep, waar ze gek op zijn. Dit werkt helaas niet in de zomer.
De hele zomer staat hier de tuindeur overdag open, zodat de katten lekker naar buiten kunnen. Op mooie zomeravonden krijg ik er eentje nooit binnen met deze roep, omdat hij buiten zijn interessanter vindt dan kipreepjes. Daarom zet ik als de deur open is groffer geschut in.
Het rammelen van de glazen voerbakjes en het geluid van het scheurende zakje zorgen ervoor dat hij en zijn kattenvrienden hard komen aanrennen. Het is een dringen van jewelste op het aanrecht. Twee grote rood-witte Maine Coon katers en een kleine zwarte huis-tuin-en-keuken-kat verdringen elkaar al knorrend op het aanrecht. Ondertussen draait een klein rode huis-tuin-en-keuken-kater zacht miauwend rond mijn benen.
Ik verdeel het voer over vier schaaltjes en zorg dat ze allemaal een bakje krijgen. Dan loop ik snel naar de achterdeur en doe deze dicht. Terug in de keuken doe ik een check: ‘1 kat, 2 katten 3 katten, 4 katten. Mooi! Er is gelukkig niemand stiekem naar buiten geglipt.’ Daarna doe ik snel de trapdeur dicht, zodat ze ‘s nachts niet naar boven kunnen.
Op een avond in augustus 2021 heb ik me blijkbaar vergist…
Wat ging er mis?
Na het aanrechtritueel vul ik de voerbakjes in de kattenkrabpaal met kattenbrokken en de waterbak van de hond (waaruit de katten ook drinken). Dan ga ik naar boven. In bed zet ik mijn luisterboek aan en val in slaap. Om half vier word ik gedesoriënteerd wakker en het duurt even voordat ik weet waardoor. Ik hoor buiten geblaf. Dan herinner ik me dat ik dat in mijn droom ook al hoorde. Mijn vriend is inmiddels ook wakker. We zijn wat geïrriteerd door het geblaf. Het klinkt luid en schel en galmt tussen de huizen. In de nacht klinken geluiden anders. De blaf klinkt niet bekend. Al mopperend kijkt mijn vriend uit het raam aan de kant van de tuin. We denken allebei meteen aan de hond van een van de buren. Die blaft overdag wel eens. Maar dat is een kleine hond en dit geluid past daar niet bij. Misschien is het geluid vervormd door de echo? Door het raam ziet mijn vriend niets, waarna ik mopperend de trap af loop om in de tuin te kijken waar het geblaf vandaan komt. Als ik de tuindeur opendoe, word ik bijna omvergelopen door een zeer enthousiaste Tarka. Zij was blijkbaar de hond die buiten gesloten was. Ik hoor mezelf zeggen: ‘Domme doos!’ Of het tegen haar was, of tegen mezelf weet ik niet.
Ik voel me meteen een slechte hondenbaas. Hoe komt het dat ik haar bij de dierencheck heb gemist? Ze loopt altijd om me heen als ik de kattenbrokken in de krabpaal bijvul. Ze hoopt op vallende brokjes. Ze heeft het lang uitgehouden vind ik zonder iets van zich te laten horen. Ze heeft geluk gehad, want een half uur later begint het buiten te stortregenen.
In de blogpost ‘Mijn nachtelijke escapades met twee heren’ lees je hoe twee van mijn dieren de rollen omkeerden en mij een enerverende nacht bezorgden.
Baas wat heeft u nu geleerd?
Vanaf morgen ga ik de volkstelling uitbreiden: ‘1, 2, 3, 4 katten en 1 hond!’
Nooit meer een Tikje Anders blog missen?
Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Facebook en Instagram..