Om de vrijdag blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer: Hoe maak ik schoon met mijn visuele beperking?
Vooroordelen
‘Jij kunt niet schoonmaken.’
‘Als iets valt, kun jij het niet opruimen.’
Nou, mooi wel! Het kost mij meer tijd en energie, maar het kan wel.
Vooraf
Onlangs ontving ik onderstaande lezersvraag van mijn jeugdvriendin Aletta van Oostveen.
‘Ik was wat vlekjes van mijn keukenkastjes aan het vegen, toen ik me afvroeg hoe jij dat doet. Hoe zorg jij dat je huis schoon blijft? Misschien heb je een schoonmaakster of helpt je partner je? Maar die zijn er niet altijd toch? Hoe maak je het schoon wanneer je iets omstoot als je alleen bent? Je weet niet waarheen alles valt. En wat als er een glas valt in de keuken? Hoe ruim je dat op?’
Deze interessante vraag stond al een tijd op mijn lijstje om tot een blog te verwerken. Nu Aletta hem aan mij stelde vond ik het het juiste moment om de tekst te schrijven. Hieronder lees je het antwoord op de vraag: Hoe maak ik schoon met mijn visuele beperking?
Wie maakt bij ons thuis schoon en waarom?
Schoonmaken is mogelijk als je niet kunt zien. Van mijn moeder, en later in het woontrainingscentrum van Koninklijke Visio en Weesp, heb ik geleerd hoe ik het moet doen. Het komt vooral neer op dingen systematisch doen.
In 2006 verhuisde ik van mijn studentenkamer bij Visio naar een reguliere huurwoning. Het bijhouden van een studentenkamer bleek iets anders dan het bijhouden van een driekamerwoning. Het is frustrerend als jij je best doet je huis schoon te houden en er bij elk bezoek toch een opmerking komt over iets dat beter schoongemaakt moet worden. Ik vroeg daarom al snel WMO-hulp aan bij de gemeente. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij.
De hulp werd toegekend en tot juli 2015 kreeg ik huishoudelijke hulp. In het begin was dit drie uur per week. Door de veranderingen in de regeling rond de WMO werd dit later verlaagd naar twee en het jaar daarna werd het weer opgehoogd naar twee en een half uur.
In 2015 ging ik in een andere stad samenwonen met mijn ziende partner. Omdat hij geen beperking heeft, hebben we geen recht op WMO-hulp. De logica hierachter is dat hij doordat hij geen beperking heeft het volledige huishouden kan doen. We hebben een paar maanden geprobeerd samen het huishouden draaiend te houden. Aangezien werken, en andere dingen in mijn leven, mij door mijn visuele beperking meer energie kosten, werd het voor mij te zwaar om het huishouden te doen. Mijn partner werkt fulltime en heeft ook niet de puf om daarnaast het huishouden te doen. Iemand komt nu een paar uur per week bij ons schoonmaken. Daarnaast hebben we een Roomba robotstofzuiger, die een paar keer per week automatisch de benedenverdieping stofzuigt. Als de hulp niet komt, doen we alles zelf.
Wat doe ik zelf in de huishouding?
Ik doe zelf de duidelijk afgebakende klussen, zoals het bed verschonen, de was, vaatwasser in en uitruimen en koken. Ik weet hoe ik de overige huishoudelijke klussen moet doen, maar omdat ze zo veel energie kosten, laat ik ze liever aan iemand anders over. Ik doe ze alleen zelf als het echt niet anders kan.
In de blogposts ‘Hoe verschoon ik een bed met mijn visuele beperking?’, ‘Hoe doe ik de was met mijn visuele beperking?’ en ‘Hoe kook ik met mijn visuele beperking?’ lees je hoe ik deze andere huishoudelijke taken verricht.
Stofzuigen en dweilen
Naast mijn partner en mij, hebben we vier katten en een labrador in huis. Onze robotstofzuiger en hulp hebben daarom veel haren weg te werken. Als de hulp niet kan, is het mijn vriend zijn taak stof te zuigen. Ik probeer het te vermijden.
Stofzuigen of dweilen, doe ik stap voor stap. Ik begin in een hoek van de ruimte en trek de stofzuigervoet in een verticale baan naar me toe en weer van me af. Ik herhaal dit een paar keer en doe een stapje naar rechts. Waar ik hetzelfde doe. Als ik de hele breedte van de kamer heb gehad, doe ik een stap naar achter en werk weer mijn weg naar opzij. Ik herhaal het proces tot ik de hele kamer heb gehad. Als er meubels in de weg staan, verdeel ik de vloer in mijn hoofd in vakken en werk deze een voor een systematisch af.
Hetzelfde doe ik ongeveer met dweilen. Hierbij maak ik geen verticale bewegingen, maar draaiende bewegingen over een vlak van ongeveer een vierkante meter.
Het is frustrerend als ik, ondanks de energie die het me heeft gekost, achteraf hoor dat ik een stuk heb overgeslagen.
Toilet schoonmaken
Deze taak probeer ik te vermijden. Als de hulp afwezig is, moet het toch gebeuren. Ik zorg voor een emmer met heet water en een scheut allesreiniger, twee schoonmaakdoekjes en een fles WC-eend en/of bleek.
Ik ga geknield voor het toilet zitten en zet alles binnen handbereik. Ik gooi de doekjes in de emmer en giet een scheut WC-eend of bleek in het toilet. Ik pak de toiletborstel en ga systematisch de pot rond. Eerst het platte gedeelte van de pot, dan de hals en dan langs de binnenrand. Ik schrob elk stukje meerdere keren. Daarna zet ik de borstel rechtop in het water van de pot, zodat die kan weken.
Vervolgens pak ik een schoonmaakdoekje uit de emmer en maak het waterreservoir en de drukknop schoon. Ik zie vingerafdrukken niet, maar voel vettige plekjes. Ik vouw het doekje dubbel en maak eerst de boven- en dan de onderkant van de brildeksel schoon. Weer een vouw in het doekje en het is de beurt voor de boven- en onderkant van de bril. Alles gaat stukje voor stukje en wordt meerdere keren schoongemaakt.
Met het tweede doekje maak ik de buitenkant van de pot schoon. Het doekje vouw ik weer dubbel waarna ik het over de rand van de pot drapeer. Het doekje goed vasthouden en schrobbend de hele rand af tegen de klok in en dan met de klok mee.
Ik gooi de emmer leeg in het toilet en drek door. De toiletborstel haal ik eruit en die gaat terug op zijn plek. Ik gooi voor de zekerheid een W5 WC Tab (=bruisblokje voor wc-reiniging) in het water om de hals schoon te laten bruisen.
Na al dit harde werk, weet ik niet of het toilet schoon is. Het is een paar keer gebeurt dat ik achteraf van iemand hoorde dat het toilet niet schoon was.
In de blogpost ‘Plons’ lees je over hoe ik iets uit het toilet moest vissen. En dit terwijl ik een hekel heb aan vieze handen.
Aanrecht, wasbak of gootsteen schoonmaken
Dit lukt prima. Ook dit doe ik in stappen. Eerst de ombouw of het aanrechtblad en dan de bak zelf. Ik maak het doekje nat of maak een sopje in een emmer en ga stap voor staf de ombouw af.
Bij de wasbak in de douche, doe ik eerst de buitenkant van de bak en dan het platte deel eromheen. Eerst het stuk waar de kranen zijn en dan met de klok mee om de bak heen. Veel vuil is duidelijk voelbaar op het gladde oppervlak. In tegenstelling tot bij het toilet, maak ik hierbij ultiem gebruik van mijn tastzin. Ik vind schoonmaakhandschoenen onprettig, omdat ik daarmee niets voel. Ik poets net zo lang met het doekje tot het oppervlak glad is. Dan doe ik de binnenwanden van de wasbak. Ook nu ga ik met de klok mee. Ik sluit af met de boden van de bak. Daarna een eindcheck met mijn handen.
In de keuken pak ik het ongeveer hetzelfde aan. Eerst het aanrecht, waarbij ik met horizontale banen, eindig met het doekje boven de gootsteen. Zo vallen grotere stukken meteen in de gootsteen. Daarna doe ik hetzelfde, maar met verticale banen van de achtermuur naar mij toe. Mocht er iets vallen, valt het op de grond. Dan check ik met mijn handen het schoongemaakte stuk. Is alles glad of voel ik vieze plekken. Kom ik iets tegen, dan krijgt die plek een extra schrobbeurt en neem ik het stuk eromheen nog een keer mee.
Het doekje gaat over de kraan en de binnenkant van de bak. Eerst weer de buitenwanden en waarna de bodem. Voelend check ik mijn werk.
Vingerafdrukken op deuren en kastjes
Hierover ben ik relaxt. Ik zie ze niet en neem niet de moeite ze standaard schoon te maken. De hulp en mijn partner doen dit als ze het zien. Als ik vuil voel zitten op de koelkastdeur of op de deur van de vaatwasser, pak ik een doekje en boen die plek.
Ongelukjes opruimen
Soms valt een glas om of gaat kapot. Het kapotvallen voorkomen wij grotendeels doordat wij uit plastic flesjes of blikjes drinken. Of we schenken drinken in plastic bekers, die ik al heb vanaf mijn studententijd.
Wanneer iets omvalt, zonder scherven, stel ik eerst de omgeving veilig. Alles in de nabijheid haal ik van tafel. Ik pak een nat schoonmaakdoekje en een droge theedoek. Met mijn linkerhand voel ik waar het nat is. Mijn rechterhand volgt in het spoor van mijn linkerhand met de natte schoonmaakdoek. Eerst de bovenkant van de tafel en dan de poten en de vloer. Over het algemeen krijg ik alles zo te pakken. Als ik later plakkerige plekjes voel, maak ik die alsnog schoon.
Wat glas betreft, ligt het eraan wat er valt, hoe ik te werk ga. Zo had ik vroeger glazen theebekers die, als ze vielen, in duizenden kleine stukjes vielen, die overal in mijn studentenkamer terecht kwamen. Een ander soort beker brak hooguit in drie grote stukken. Aan het geluid weet ik meestal hoe groot de ravage is en hoe groot de cirkel is waarin het ongeveer ligt.
Als iets kapot valt, raap ik eerst, heel voorzichtig, met mijn handen de grote stukken op. Daarna pak ik de stofzuiger. Ik ga staan aan de rand van de rampplek en maak langzaam een halve cirkel met de stofzuiger, waarbij ik de stofzuiger van het ongeschonden gebied naar het epicentrum trek. Ik begin met de stofzuiger op negen uur. Herhaal dit een paar keer en doe het op tien uur, enz. Na het voltooien van de halve cirkel, hanteer ik mijn normale stofzuigpatroon. In mijn hoofd baken ik een gebied rondom het epicentrum af en begin linksboven en haal de stofzuiger in verticale banen heen en weer. Ik doe een stap opzij en herhaal het proces. Door het ratelen van de glassplinters en -brokjes in de stofzuigerslang, weet ik dat er nog glas ligt. Zolang ik dat geluid hoor, herhaal ik de bewegingen op dezelfde plek. Voor alle zekerheid ga ik, na het afwerken van het vierkant, weer in het epicentrum staan en draai langzaam rond, terwijl ik de stofzuiger naar me toe en van me af beweeg.
Vroeger moest ik erop vertrouwen dat ik alles had. De rest van de dag liep ik voor de zekerheid op schoenen door het huis. Als ik dan op glas stond, kraakte het en pakte ik de stofzuiger er weer bij. Nu pak ik na mijn eigen harde werk de robotstofzuiger en zet hem in het epicentrum. Vanaf daar laat ik hem de hele kamer schoonmaken.
Onze huisdieren hebben soms ongelukjes. Bij kots, poep of plas hanteer ik dezelfde methode als bij omgevallen drinken. Als ik hoor dat een van de katten spuugt, loop ik erheen om de plek in mijn hoofd te prenten. Als ik te laat ben, zoek ik voorzichtig de omgeving af naar de vieze plek. Soms doe ik dit heel voorzichtig met mijn blote hand, soms met een gesokte voet en weer een andere keer met een stuk keukenpapier. Als ik nattigheid voel, weet ik dat ik goed zit. Als er ’s nachts iets is gebeurd, kom ik erachter als ik erin ga staan of als iemand anders het aan mij vertelt. Mijn vriend en ik ruimen om de beurt dit soort ongelukjes op. Als we beiden thuis zijn, en het is mijn beurt, helpt hij me bij het lokaliseren van de plek.
Na het vinden van de plek, pak ik een rol keukenpapier en bedek zo goed mogelijk de plek des onheils. Ik grijp het papier en gebruik dit om de viezigheid op te pakken. Daarna pak ik een los blaadje keukenpapier en leg het op de plek. Ik voel aan de bovenkant van het papier of ik nattigheid of hobbeltjes voel. Zo ja, volgt een nieuwe schoonmaakronde. Daarna haal ik een natte doek over de plek.
Ervaringen van andere blinden en slechtzienden
De meeste blinden en slechtzienden die ik ken en alleen wonen hebben huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Voor hen gelden dezelfde problemen als voor mij. Schoonmaken kost veel energie en je weet nooit 100% zeker of je het goed doet. Je wilt dat je huis hygiënisch is en hulp is dan een uitkomst. Ik ken een enkeling die er geen gebruik van maakt. Meestal omdat ze geen vreemden in huis willen, omdat ze de hulp niet vertrouwen, niet gebonden willen zijn aan een tijdstip dat er iemand langskomt of dat ze het zelf willen doen.
De blinden en slechtzienden die net als ik een partner zonder beperking hebben, hebben op de een of andere manier hulp van familie, vrienden of een betaalde kracht. Sommigen betalen hiervoor met hun Persoonsgebonden Budget (PGB).
De meesten hebben leren schoonmaken van familie of door training bij Visio of Bartiméus.
Ook nieuwsgierig?
Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.
Nooit meer een Tikje Anders blog missen?
Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Facebook en Instagram.
Het is heel erg herkenbaar. Ik zie zelf 3 op 10. Ik woon in België. Schoonmaken vind ik ook erg moeilijk. Ik heb een partner en 4 uur per week een hulp. Ik heb lang geleden een persoonlijk assistentiebudget aangevraagd waarop ik recht heb. Maar op dit moment krijg ik dit niet uitbetaald. Omdat mijn beperking niet erg genoeg is. Daarom krijg ik sinds september 2016 300 eur per maand zorgbudget waarmee ik de schoonmaakhulp betaal. Ik kan mij wel behelpen zoals jij. Hetgeen ik absoluut niet kan is ramen lappen. Hoe pak jij dit aan ?
@ Goedele: Interessant om te horen he de regeling in België is. Ik woon in Nederland en weet alleen hoe het hier gaat. Ik was het onderwerp ramenlappen helemaal vergeten te benoemen. Ik doe dat zelf helemaal niet. Ik kan het niet streeploos. Ik laat dat door mijn hulp doen en soms doet mijn vader het of mijn schoonmoeder.