Hoe gebruik ik een openbaar toilet met mijn visuele beperking?

Foto van Debby die op de grond zit met zwarte labrador Tarka. Ze kijken beide in de camera.

Deel dit bericht met je netwerk!

Eens in de vier weken blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer: Hoe gebruik ik een openbaar toilet met mijn visuele beperking?

Vooroordelen

‘In een vreemde omgeving kan jij niet zelfstandig naar het toilet.’
Nou, mooi wel! Het kost mij meer tijd en energie, maar het kan wel.

Vooraf

Een vriendin vroeg mij laatst het volgende:

‘Beetje stomme vraag misschien. Maar, hoe ga jij naar het toilet? Ik bedoel niet thuis, maar ergens waar je het niet kent? Je weet niet waar alles in de ruimte is of of het schoon is. Hoe doe je dat?’

Het is een vraag, die me nog niet vaak is gesteld. Waarschijnlijk vanwege het persoonlijke gehalte van de vraag. Ik heb erover nagedacht of ik er een blog van wilde maken. Ik kwam tot de beslissing dit wel te doen. Het is blijkbaar iets dat mensen zich afvragen en de intieme details hoef ik niet te bespreken. De vraag was in dit geval gericht op het praktische deel van naar het toilet gaan.
Hieronder lees je mijn antwoord op de vraag: Hoe gebruik ik een openbaar toilet met mijn visuele beperking?

Thuis

Thuis heb ik geen praktische problemen. Elke week maakt onze hulp het toilet schoon, dus ik weet dat het netjes is. Ook weet ik dat de enige die boven naar het toilet gaan mijn partner en ik zijn. Beneden gaat ook ons bezoek. Als mijn vriend ziet dat het tussendoor vies is, maakt hij het schoon.
Ook weet ik precies waar alles is, zoals waar de toiletrol hangt of waar het zeeppompje staat.

In de blogpost ‘Hoe maak ik schoon met mijn visuele beperking?’ lees je hoe ik de diverse huishoudelijke taken kan doen.

Onbekende omgeving

Bij bekenden thuis of op een openbaar toilet is het anders. Daar moet ik alles zoeken. Ik probeer daarom, als ik weet dat ik ergens vaker ga komen, de indeling van de ruimte in mijn hoofd op te slaan.

In de gastblog ‘Opgesloten’ vertelt Hedda Schueler over een toiletbezoek met een heel speciale deur.

Bij vrienden of familie

Ik ga ervanuit dat vrienden en familie de boel netjes schoonhouden. Ik hoef me daar alleen druk te maken over de indeling van de ruimte. De eerste keer is het lastigst, omdat ik alles nog moet zoeken. Soms vraag ik de eerste keer wat tips van mijn bekende. De keren daarna leun ik op mijn eerder opgedane kennis.
Ondanks dat dit in eerste instantie vreemd gebied is, bespreek ik dit punt los van het openbaar toilet, omdat dat meestal een veel grotere ruimte is dan de toiletruimte bij iemand thuis.
Als ik bij bekenden naar het toilet ga, weet ik dat het toilet waarschijnlijk een kleine ruimte is. Ik stap naar binnen en luister naar de ruimte. Door de echo van mijn voetstap, kan ik ongeveer inschatten of het een klein hokje is of dat de ruimte iets langer is. Ik voel met mijn voet om me heen naar de toiletpot. Deze is in een standaardhuis snel te vinden. De vraag is hoe de pot gepositioneerd staat. Staat hij met de achterkant tegen de achtermuur of juist tegen een van de zijmuren? Een van mijn manieren om dit te checken is om mijn hand uit te strekken in de richting van de toiletpot en ter hoogte van mijn middel of borstkas te voelen of ik een doortrekknop, touwtje of de spoelbak voel. Deze zitten vrijwel altijd tegen de muur waar het toilet tegenaan staat. Af en toe kan ik de stand van het toilet achterhalen door met mijn voet verder te voelen. Ik verken de vorm van de pot, met mijn voet.
Zodra ik denk te weten hoe de pot staat, gaat mijn broek omlaag of jurk opzij en ga ik zitten. Heel af en toe merk ik dat ik een verkeerde inschatting heb gemaakt met de stand van de pot. Grinnikend om mezelf corrigeer ik dan mijn zithouding.
Na het doen van mijn nodige zaken ga ik met mijn hand op zoek naar de rol toiletpapier. Deze hangt meestal als je zit links of rechts van je. Ik check eerst de ene en dan de andere kant. Heb ik hem dan nog niet gevonden dan check ik een wijder gebied op deze wanden. Mijn handen gaan hoger zoeken en dan lager. Heb ik hem dan nog niet gevonden, dan check ik de muur achter me. Soms hangt de rol schuin achter je tegen de achter muur.
Dan weer op zoek naar het doortrek mechanisme. De ene keer is dit een knop en de andere keer een touwtje.
Het gebeurt dat ik bij het binnenkomen onverwacht het wasbakje al ben tegengekomen. Zo niet dan moet ik zoeken. Mijn eerste checkpunt is de muur tegenover het toilet, tenzij dit de deur is. Vanaf daar check ik kloksgewijs de ruimte met mijn handen.
Als ik hem heb gevonden, is het zoeken naar de zeep. Is er een blok zeep of een zeeppompje? Het gebeurt dat ik bij het zoeken naar het fonteintje het zeeppompje raak en dat deze valt. Helaas zijn de fonteintjes in een normaal toilet thuis, niet al te groot en kan het een uitdaging zijn voorzichtig te voelen zonder dingen om te stoten van het dunne randje waarop ze staan.
Handen wassen in zo een fonteintje is ook een uitdaging. Ik weet niet of het daaraan ligt, maar ik heb lange vingers en de kraantjes zijn vaak kort en de wasbakjes klein, waardoor ik mijn handen met moeite onder de kraan krijg. Ik heb daarom altijd in mijn tas een flesje hygiënegel, zodat ik mijn handen op die manier kan schoonmaken.
Het vinden van een vuilnisbakje is een uitdaging. Soms staat hij onder de wasbak en andere keren naast het toilet. En in sommige toiletten staat helemaal geen vuilnisbak. Lastig als je tissues of maandverband wilt weggooien. Als ik hem niet vind, stop ik mijn vuilnis in het zijvak van mijn tas. Af en toe houd ik het in mijn handen en vraag aan degene waar ik op bezoek ben, waar de vuilnisbak is, maar dit vraag ik alleen aan goede vrienden zonder kamer vol bezoek. Niet iedereen hoeft te zien dat het mijn tijd van de maand is.
Mijn tas neem ik vrijwel altijd mee naar het toilet. Er zitten pakjes papierenzakdoekjes in, die ik o.a. gebruik als ik het toiletpapier niet kan vinden, mijn hygiënegel en ik gebruik hem dus als vuilnisbak.

In de blogpost ‘Ingesloten’ lees je hoe ik ruzie had met een toiletdeur.

Openbaar toilet

Een openbaar toilet is lastiger. De ruimte waar je binnenkomt is een soort voorvertrek met wasbakken. Als ik met mijn partner ergens ben, kijkt hij voor mij even snel door de deur om me al wat tips te geven. Vooral waar de toilethokjes zitten. Mijn geleidehond geef ik het commando: ‘Zoek deur.’ Als zij niet mee is, verken ik de grond voor mij met mijn taststok. Soms is het bereiken van de toilethokjes een uitdaging, omdat de wasbakken midden in de ruimte staan. Ik moet daar mijn weg omheen vinden. Ik moet ook opletten of er geen deuren openstaan, waar ik mijn hoofd tegenaan kan stoten. Als ik bij de hokjes ben, is het de vraag of de deuren naar binnen of buiten opengaan.
Als er een frisse schoonmaak lucht hangt, hoop ik dat het toilet inderdaad schoon is. Als ik met iemand ben, vraag ik die om voor mij te checken of het toilet schoon is. Ik ben namelijk geen held in het boven de pot hangen, zonder de bril aan te raken.
Ik stap naar binnen en doe de deur op slot. Elk slot is anders (haakje, draaiknop of schuifje) en het is altijd uitzoeken wat voor slot het is. Als het een afgesloten voorvertrek is, laat ik mijn geleidehond daar op me wachten. Als dat niet het geval is, neem ik haar mee het hokje in. Het is passen en meten, maar we komen er altijd uit.
Met mijn handen check ik of er een haak is voor je tas. Deze zit meestal aan de deur of aan de muur ernaast. Als die er niet is, hang ik mijn tas aan de deurkruk. Mijn stok zet ik tegen de deurkruk aan.
In het hokje doe ik het hetzelfde als ik het doe bij bekenden thuis. Met mijn voet zoek ik de pot. Het enige verschil is dat ik nu eerst met mijn handen de roltoiletpapier zoek en kijk of er genoeg papier is. Dan ga ik zitten. Soms leg ik voor ik ga zitten wat toiletpapier op de bril / op de rand van de pot. Als ik erboven hang en mijn evenwicht verlies, kom ik niet direct op de bril terecht. Na het doen van mijn zaken, mag ik puzzelen met de toiletrolhouder. Daar bestaan ook oneindige varianten van. Sommige gewoon ouderwets met een rolletje aan een stokje. Anderen met een grote ombouw en weer anderen met een soort gaatje in het midden waar je het papier uittrekt.
Het vinden van de doortrekknop of -touwtje kan ook een uitdaging zijn. O.a. op Schiphol zijn er toiletten die uit zichzelf doortrekken.
Ik gebruik nooit de toiletborstel in openbare toiletten. Ik vind die dingen zo smerig. Het vinden ervan is al een gedoetje en dan hoop ik dat ik hem niet te dicht bij de borstel grijp en nattige vingers krijg.
Na het verlaten van het hokje ga ik op zoek naar de wastafel. Soms heb ik deze op de heenweg al gevonden, omdat ik ertegenaan liep of hoor ik waar hij is, omdat andere toiletbezoekers er gebruik van maken. Daar wacht het volgende probleem. Waar is de zeep? Hangt er een zeepdispenser aan de muur? En hoe werkt die dan? Is het een hendel? Zit die boven- of onderaan? Of is het een knop? Of werkt hij met een bewegingscensor? Geen zeepdispenser? Staat erop de rand een pompje? Is het een soort extra kraan in de wasbak? Mijn eerste gok is meestal tegen de wand, schuin rechts of links van de kraan. Als ik daar niets vind, voel ik aan beide kanten verder. Eerst met mijn handen over de ombouw van de wasbak en daarna check ik de kranen bij de wasbak.
Als ik eenmaal zeep in mijn handen heb, is het uitvogelen hoe de kraan werkt. Sommigen werken op een bewegingscensor, anderen werken met een druk knop op de bovenkant, anderen met een draaiknop op de kraan, of juist een draaiknop op de mond van de kraan. Van een vriendin hoorde ik laatst van een kraan die werkt met een voetpedaal.
Na het handen wassen is het weer een zoektocht naar iets om ze af te drogen. Soms heb ik gehoord waar dit is, omdat anderen het gebruikten. Meestal heb ik hierin geen zin en droog ik mijn handen aan mijn broek. Als ik wel op zoek ga naar een droogmanier is mijn eerste gok dat hij naast de wastafel hangt. Ik check eerst de kant het dichtst bij de deur en dan de andere kant. Vervolgens de tegenoverliggende muur en het stuk naast de deur.
Als ik mijn handen met papier heb gedroogd, is het zoeken naar de vuilnisbak. Als daarover na is gedacht, staat deze onder de automaat met papierenhanddoekjes, maar soms staat hij meters verderop. Ik heb een hekel aan handdrogers. Door de herrie kan ik me niet oriënteren in de toiletruimte.

Toiletten in trein en vliegtuig

Tijdens het vliegen moet ik altijd wel een keer naar het toilet. Door de bewegingen van het vliegtuig kan ik niet boven de pot hangen, dus ik leg toiletpapier op de bril en ga zitten. Vooraf vraag ik aan de stewardess waar de doortrekknop zit. In vliegtuigen zitten die op een onlogische plek.
Ook treinen zijn lastig. Ik ga liever niet in de trein naar het toilet, maar als er hoge nood is, moet het wel. Mijn geleidehond gaat dan mee het hokje in. Ook hier kan ik door de bewegingen niet blijven staan en leg toiletpapier of stukken papierenzakdoekjes op de bril en ga met tegenzin zitten.
Gelukkig heb ik altijd hygiënegel in mijn tas, om achteraf mijn handen schoon te maken.

Ervaringen van andere blinden en slechtzienden

Volgens mij doen de meeste blinden het zoals ik het doe. Slechtzienden kunnen het vaak nog goed genoeg zien.

Ook nieuwsgierig?

Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Twitter, Facebook en Instagram.

Deel dit bericht met je netwerk!

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.