Om de vrijdag blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer: Hoe herken ik mensen met mijn visuele beperking?
Vooroordelen
‘Jij herkent altijd en overal iedereen aan zijn of haar stem.’
‘U kunt niet weten dat ik dat was. Dat kunt u niet zien.’
Nou, mooi niet! Ik herken niet altijd en overal mensen aan hun stem, maar als ik ze eenmaal ken en weet waar ik ze kan verwachten, herken ik ze.
Vooraf
Iets waarover mensen soms verbaasd zijn, en dan vooral kinderen, is dat ik weet wie ze zijn. In mijn klassen hoor ik regelmatig een verbaasd: ‘Hoe weet u dat ik het ben?’
Mensen herkennen als je niets ziet kan op diverse manieren. Je bent hierbij afhankelijk van de omstandigheden. Hieronder lees je: Hoe herken ik mensen met mijn visuele beperking?
Stemmen
Iedere stem is anders. De een is bijvoorbeeld hoog de ander laag. Ook heeft iedereen een andere manier van spreken wat betreft intonatie en spreeksnelheid. Bij het herkennen van mensen richt ik mij vooral op de stem. Aan een stem hoor ik over het algemeen of iemand man of vrouw is. Al heeft een enkele man een hoge stem en zijn er vrouwen met een zware rokersstem. Deze laatste categorie brengt mij in verwarring bij het bepalen van hun geslacht. Als ik ze eenmaal ken, is die stem juist wel weer een mooi herkenningspunt.
Als ik iemand ontmoet sla ik zijn stem automatisch op in de kaartenbak in mijn hoofd. Het is lastiger om dit te doen als ik een hele groep leer kennen. Dan moet je in een keer meer stemmen onthouden dan als je één persoon ontmoet. Als iedereen in de groep een vaste zitplaats heeft, bijvoorbeeld aan een tafel of in een lokaal, koppel ik de namen en/of stemmen die ik weet aan de zitplaats. Als ik naam, zitplaats en stem gecombineerd in mijn hoofd heb, sla ik deze op. De eersten die automatisch opgeslagen worden zijn de uitzonderingen in de groep: iemand met een speciale stem, de enige vrouw in de groep, enz. Langzaamaan volgen er meer. Als Daisy en Hanna de enige twee vrouwen in de groep zijn en Hanna heeft een rokersstem, weet ik ook meteen wie Daisy is.
De kaartenbak werkt prima op de korte termijn. Als ik iemand lang niet heb gesproken, duurt het wat langer voordat het kwartje bij me valt. Bij jongens is er een extra moeilijkheidsgraad. Zij krijgen de baard in de keel. Als ik ze een tijd niet heb gezien, herken ik hun stem niet meer. Ze zijn van kinderstem naar mannenstem gegaan.
Ik let ook op iemands lengte. Komt de stem van boven mij vandaan, recht voor me of juist lager. Dat kan een indicatie zijn van wie er tegenover me staat. Ik houd er hierbij rekening mee dat mensen ook op een stoel kunnen zitten, waardoor hun stem van lager komt.
Ook de locatie kan een rol spelen bij het herkennen van mensen. (zie kopje hieronder)
Als kind moest ik i.v.m. een misdrijf op het politiebureau komen om iemand te herkennen. Normaal moet je naar foto’s kijken of komt er een rij mannen een kamer in en wijs jij aan wie het was. Ik kon dat niet. Ze lieten mij daarom de verdachte herkennen aan zijn stem. De deur van de verhoorkamer stond op een kier en ik moest luisteren of dit de persoon was die ze zochten. Geen ooggetuige, maar een oorgetuige dus.
Geluiden
Mensen zijn herkenbaar aan specifieke geluiden die ze maken of veroorzaken. Een paar voorbeelden:
- Mijn middelbare schoolvriendje herkende ik al als hij de trap afkwam op school. Zijn sleutels hingen aan zijn broeksriem en rammelden. Elke sleutelbos klinkt anders. Aan dit specifieke geluid, hoorde ik dat het zijn sleutelbos was.
- In de flat waarin wij woonden, herkende ik het geklikklak van mijn moeders voedstappen op de gang van het trappenhuis. Ik herkende haar manier van lopen.
- Op de school voor speciaal onderwijs waarop ik werk, gaan wij als docent van lokaal naar lokaal. Veel docenten vervoeren hun spullen op een koffiekar. De wieltjes zijn goed hoorbaar op de gang.
Locatie
Het speelt een rol of je iemand op een bepaalde locatie verwacht. Op school kan ik mijn leerlingen tegenkomen in de gang en in hun leslokaal. Als ik een leerling op straat tegenkom of op vakantie, is er een grote kans dat ik hem/haar niet (direct) herken. Toen ik op de middelbare school zat, kwam ik in de vakantie een van mijn docenten tegen in Artis. Ik herkende hem niet. De vriendin waarmee ik was, kon me gelukkig achteraf vertellen wie hij was, omdat zij ook bij mij op school heeft gezeten.
Kleding
Toen ik nog iets kon zien, was dat niet genoeg om iemand te herkennen aan zijn of haar gezicht. Ik keek naar de kleding. Als klasgenoten iets nieuws hadden, moest ik dit weer in mijn hoofd catalogiseren. Een klasgenoot had bijvoorbeeld vaak een rode broek aan. Als ik een rode broek zag, was de kans groot dat hij het was.
Buiten is het kijken naar de jas een goede manier om iemand te herkennen. Een jas gaat vaak meerdere seizoenen mee.
In de blogpost ‘Hoe leg ik uit wat ik als blinde of slechtziende zie?’ lees je wat ik vroeger zag en wat ik nu nog zie.
Wanneer herken ik mensen niet?
Als iemand niets zegt, kan ik zijn stem niet herkennen. Al weet ik dus af en toe wie het is aan de hand van geluiden. Om iemand te herkennen heb ik meestal meer woorden nodig. Toen ik in Amsterdam-Noord woonde en ik stond bij de bushalte fietsten er regelmatig mensen voorbij die: ‘Hey Debby!’ riepen tijdens het voorbij fietsen. Die twee woorden waren niet genoeg om te weten wie mij gedag zei. Het ligt dan ook weer aan de locatie of ik iemand herken. Een: ‘Hey Debby!’ is nu op mijn werk vrijwel altijd voldoende om iemand te herkennen. Ik weet wie ik er kan verwachten en leg daardoor de link sneller in mijn hoofd. Veel klasgenoten, familie en vrienden woonden in Amsterdam-Noord en toen was een ‘Hey Debby!’ dus niet genoeg.
Ook in een rumoerige omgeving is het lastiger om mensen te herkennen. Stemgeluid raakt vervormd door de bijgeluiden. Mondkapjes en spatschermen vervormen stemgeluid ook.
In de blogpost ‘Hoe ga ik met mijn visuele beperking om met de coronamaatregelen?’ lees je wat nog meer lastig is aan mondkapjes, spatschermen en andere corona gerelateerde zaken.
Moet je zeggen wie je bent?
Ik ken mensen die altijd zeggen: ‘Hoi Debby. Ik ben het X.’ Dit is lief bedoeld, weet ik. Op een of andere manier irriteert het mij. Ik denk dan: ‘Jaaaa, dat weet ik!’
Als ik niet weet wie je bent vraag ik het. Meestal kan ik dit gewoon vragen, maar soms kan je mensen daar mee kwetsen. Zei denken dan dat ik weet wie ze zijn. Ze zeggen me gedag en beginnen een verhaal. Ik probeer het eerst zelf uit te vinden. Ik speel dan het spel Wie is het in mijn hoofd.
Mensen geven hints af tijdens het praten, waardoor ik de fictieve bordjes in mijn hoofd dicht kan klappen. In mijn geval zijn het geen hints als ‘Draagt zij een hoed?’ of ‘heeft hij een snor?’, maar zijn de hints gericht op onze connectie.
Een voorbeeld:
- Op station Hoorn zegt een mannenstem me gedag.
Conclusie: De persoon is dus een man. - De persoon zegt: ‘Echt geen zin om vandaag naar mijn werk te gaan.’
Conclusie: De persoon woont in Hoorn of omgeving. Anders sta je niet om 7 uur hier op het station. - De persoon vraagt mij: ‘Jij neemt ook altijd de trein richting Alkmaar toch? Hij staat er al.’
Conclusie: De persoon werkt ergens langs dat treintraject. - Tijdens het instappen vraagt hij: ‘Welke docenten werken er nu nog bij Heliomare? De meeste van mijn oude leraren zullen er inmiddels niet meer werken, vermoed ik.’
Conclusie: Dit moet een oud-leerling zijn. - Ik noem wat namen en vraag dan: ‘Heb jij nog contact met klasgenoten van toen?’ De mannenstem vertelt over zijn klasgenoten en wat die nu doen.
Conclusie: Hij zat in klas X in jaar x. En dan valt het kwartje en weet ik wie het is.
Helaas werkt het niet altijd zo. Ooit stond ik op Amsterdam Amstel en werd ik aangesproken door iemand met een licht buitenlands accent. Na kort praten en het enthousiasme van de ander, durfde ik niet te zeggen dat ik niet wist wie hij was. We hebben een hele tijd staan praten en in de trein naar Utrecht verder gesproken. Ik kwam er al snel achter dat het een oud-schoolgenoot was van mijn tijd bij Visio. Er bleven diverse opties over wie het kon zijn. Aan het eind van de reis wist ik het nog niet. Ik ben nog steeds benieuwd wie het was.
Ervaringen van andere blinden en slechtzienden
De meeste slechtzienden herkennen mensen, als ze geen gezichten meer kunnen zien, net als ik het deed. Ze richten zich op de grote kleurvlakken, zoals kleding. De blinde mensen die ik ken doen het op dezelfde manier als ik. Sommigen maken ook gebruik van hun reukvermogen. Zij herkennen iemand aan bijvoorbeeld het parfum.
Ook nieuwsgierig?
Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.
Nooit meer een Tikje Anders blog missen?
Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Facebook en Instagram.