Door de coronamaatregelen en door mijn long covid was ik al jaren niet meer naar een museum geweest. Jammer, voor iemand die van geschiedenis houdt. Nu ik niet meer drie dagen in de week naar het werk hoef, begin ik energie over te houden voor andere dingen. In oktober zag ik in een e-mailforum voor visueel gehandicapten de volgende aankondiging van het Westfries Museum in Hoorn.
Hoe komen de wonderschone 17e-eeuwse schilderijen in de tentoonstelling ‘Hoge Luchten: Schatten uit het Rijks’ tot je als je geen tot weinig zicht hebt? Met ons Special Guest Programma zorgen we ervoor dat ook mensen die niet of minder goed kunnen zien van de tientallen stads- en vergezichten uit het Rijksmuseum kunnen genieten.
Op maandag 21 november 2022 is er de mogelijkheid tot een rondleiding in een kleine groep voor openingstijd. Op deze manier kun je ‘Hoge Luchten’ ontdekken met persoonlijke uitleg en beleving op zaal.
Als geschiedenisliefhebber met een visuele beperking, meldde ik me meteen aan. Hieronder lees je mijn impressie van de middag.
De tentoonstelling Hoge Luchten
In deze reizende tentoonstelling maakt de bezoeker kennis met drie eeuwen stadse vrijheden en vergezichten. De stad, en het leven in de stad, zijn door de eeuwen heen door kunstenaars op vele manieren vastgelegd. De tentoonstelling bestaat uit 40 schilderijen uit het Rijksmuseum, aangevuld met stukken uit zes andere musea.
Deze tentoonstelling is deel drie van een reeks reizende tentoonstellingen, die tussen 2018 en 2025 worden georganiseerd, met als thema de vier elementen:
- Lage Landen;
- Koele Wateren;
- Hoge Luchten;
- Hete Vuren.
De rondleiding
Op maandag is het Westfries Museum gesloten en ze gaan vandaag speciaal voor deze activiteit deels open. We worden vanaf 13.00 uur verwacht bij de ingang van het museum, waar een medewerker het hek voor ons opendoet. Iedereen komt zelfstandig naar het museum toe. Aangezien het in mijn eigen stad is, maar ik niet weet hoe ik erheen moet lopen, gaan mijn blindengeleidehond, Tarka, en ik met de regiotaxi. De chauffeur laat me schrikken als hij zegt dat hij me niet dicht bij het museum kan afzetten en dat ik 300 meter moet lopen. Ik had juist de taxi geboekt om dat soort fratsen te voorkomen. Gelukkig blijkt hij ongelijk te hebben en kan hij parkeren achter het museum. Hij loopt zelfs de vijftig meter met mij mee naar het hek aan de voorkant. Daar word ik opgevangen door de Programmamanager Publiek. Zij helpt mij door het hek en de deuren en neemt mijn jas aan voor de garderobe. Er staan een paar deelnemers en vrijwilligers van het museum in de hal. Ik kan achter hen aanlopen naar het museumcafé.
Mijn vriend waarschuwde me al dat het gebouw uit veel smalle gangen en trappen bestaat en dat ik op moet letten. Dit blijkt de kloppen. We gaan diverse hoeken om, lopen door een smalle gang en passeren diverse op- en afstapjes. Door Tarka’s goede werk en de instructies van de vrijwilligers komen we heelhuids aan in het museumcafé.
Daar blijkt dat een bekende van mij zich ook, met man en geleidehond, heeft opgegeven voor de rondleiding. De honden mogen loslopen in het café. Tarka maakt hiervan dankbaar gebruik. Tijdens het bijpraten word ik voorzien van thee en taart. Ik vertel dat de taxichauffeur me waarschuwde dat ik terug misschien 300 meter moet lopen voor de taxi. Mijn kennissen bieden me een lift aan naar het station die ik dankbaar accepteer.
Mijn taart is nog niet op als het programma start met een korte introductie van de aanwezigen. Naast de twee vrijwilligers van het museum en de Programmamanager Publiek, zijn er zeven bezoekers. Zover ik begrijp hebben er daarvan vier of vijf een visuele beperking en zijn de anderen mee als begeleiders. Ik ben de enige die alleen is gekomen.
De Programmamanager Publiek legt uit dat we vanwege de tijd niet alle schilderijen gaan bezichtigen. Er is een selectie gemaakt van drie stukken.
Het museum heeft elke doordeweekse dag om tien over het hele uur ‘Verhaal op zaal’. Een speciaal getrainde medewerker vertelt dan het verhaal van een schilderij uit deze tentoonstelling, ondersteund met attributen. Je hoort, ziet, proeft of voelt het verhaal. Dat gaan wij vandaag ook doen.
Na deze inleiding verlaten we in colonne het café en komen in een ruimte (voelt voor mij als een brede hal), waarin krukjes voor ons klaarstaan om het eerste schilderij te bezichtigen. Voor we gaan zitten, krijgen we de kans een schilderijlijst te voelen, zodat we weten hoe de lijsten van de werken die we zo gaan bespreken eruitzien.
In de blogpost ‘Hoe ervaar ik een museumbezoek met mijn visuele beperking?’ lees je wat ik aan een museum heb en hoe ik het beleef.
Schilderij 1: Winterlandschap met ijsvermaak door Barend Avercamp (1612-1679)
Zodra iedereen zit, worden er muntsnoepjes uitgedeeld. Naast dat dit lekker is, hebben ze een doel. Op dit eerste schilderij is namelijk een wintervoorstelling te zien. De munt moet het gevoel van de kou en frisheid oproepen.
Het olieverfschilderij komt uit het begin van de 19e eeuw en vertoont een groep mensen uit alle rangen en standen die op het ijs of de kade staan. Je ziet huizen op de achtergrond. Er is van alles te zien. De mensen praten, sleeën en schaatsen. Een greep uit wat je ziet:
- Iemand die valt;
- Hoogwaardigheidsbekleders die toekijken;
- Een hond die van een karkas eet;
- Een paartje;
- Iemand die zit te poepen;
- Een man die met emmers zeult;
- Mensen die kolven (een soort golf / hockey) op het ijs, met een stick.
Deze kolvstick is door het museum nagemaakt en wordt doorgegeven om te voelen. Ik heb geen verstand van deze sporten, maar vind hem, zover ik dat kan beoordelen, aanvoelen als een kruising tussen een golfclub en een hockeystick. De stick is van glad houdt, met een metalen slagstuk en een leren versierrand bij het handvat.
De Programmamanager Publiek vertelt over wat de mensen aanhadden. De kleding verschilde per stand. Zo beschrijft ze een rijke dame met zwarte kleding. Ook de hoofddeksels verschillen. Sommigen dragen een wollen muts. Ook deze heeft het museum nagemaakt. Het was een muts die bestond uit allemaal kleine lapjes die met een uiteinde aan de muts waren genaaid. Door de luchtlaag die door de overlappende lapjes ontstaat, blijft het hoofd goed warm.
Schilderij 2: De scheepstimmerwerf ‘St Jago’ op het Bickers Eiland te Amsterdam door Pieter Godfried Bertichen (1796-1856)
Er wordt ons gevraagd op te staan, waarna de krukjes een kwartslag worden gedraaid. We zitten nu voor een olieverfschilderij uit 1823, dat bestaat uit twee delen. Op het schilderij zie je een scheepstimmerwerf in Amsterdam die vol in bedrijf is. Je ziet mannen werken aan diverse schepen en aan de werf zelf.
Je ziet o.a. dat er wordt gebreeuwd. Dit is een techniek, waarbij de kieren tussen de gangen van de huid of tussen de planken van het bovendek van een schip worden dichtgemaakt met behulp van uitgeplozen hennep of vlas en pek of teer. De hennep werd met breeuwijzers in de naden geslagen. Breeuwen wordt ook wel ‘kalfateren’ genoemd. Daar komt het gezegde ‘opkalefateren’ dus vandaan. Om ons hiervan een beeld te laten vormen, heeft het museum een stuk hennep / vlas voor ons om te voelen. Ik weet al hoe het aanvoelt en geef het touw snel door.
Ook zie je hoe harpuis (mengsel van hars, zwavel en lijnolie) wordt aangebracht op een scheepsdek om verwering en houtworm tegen te gaan. Een vrijwilliger laat een potje met het goedje rondgaan, zodat we het kunnen ruiken. Het is een nare, doordringende lucht die me bekend voorkomt.
In de blogpost ‘Impressie > Speciale rondleiding Koninklijk Paleis Amsterdam’ lees je over mijn ervaringen tijdens een rondleiding door het Paleis op de Dam in Amsterdam.
Schilderij 3: Binnenplaatsje door Andreas Schelfhout (1787-1870)
Wederom wordt ons gevraagd om op te staan en worden de krukjes een slag gedraaid, waarna we weer gaan zitten. De programmamanager Publiek vertelt dat dit een schilderij is uit ongeveer 1820-1830. Het is een genrestuk met een intiem tafereel.
Dit keer krijgen we geen uitleg over wat er te zien is; we gaan het zelf ontdekken. Het museum heeft een 3d schilderij laten maken van dit doek. Het is een houten doos waarvan de voorkant en de bovenkant open zijn. We krijgen om de beurt de doos op schoot om het tafereel te ontdekken met onze handen. Zodra je iets herkent, moet je het zeggen en dan zeggen de mensen die het doek nog kunnen zien of het klopt. Er zijn een paar mensen voor mij aan de beurt en ik luister naar wat zij ontdekken en probeer me er een voorstelling van te maken.
Dan is het mijn beurt. Eerst zoek ik de elementen die al zijn genoemd en daarna ga ik op zoek naar nieuwe dingen. Ik voel schuine daken met iets dat riet moet voorstellen en de ramen en deur van een huis. Ik wil het liefst langer voelen, zodat ik alle details in me op kan nemen, maar de doos moet verder naar de volgende.
Uiteindelijk weten we wat er allemaal te zien is. Het is een klein, afgesloten binnenplaatsje (waarschijnlijk in Den Haag), waarop een vrouw een emmer water haalt bij een pomp. Ze giet het water uit de emmer over in een ketel.
Naast haar staat een jongen, met een schaal onder zijn arm. Naast de jongen zit een bedelend hondje. Het zit vol verwachting op zijn achterpootjes en met de voorpootjes omhoog. De jongen wijst ernaar.
Op de achtergrond kijkt een klein kind over een onderdeur naar buiten. Aan de zijkant van het hofje staat een boom.
Afsluiting
Hierna is de rondleiding alweer voorbij. De tijd vloog. We gaan terug naar het museumcafé, waar we onder genot van een drankje de middag nabespreken. Plots gaat mijn telefoon. Het is de taxi. Oeps, was helemaal vergeten die te annuleren. De chauffeur (een ander dan vanmorgen) staat nu blijkbaar achter het museum. Dat moet ik wel kunnen vinden. Ik bedank mijn kennis voor het aanbod van de lift, pak razendsnel mijn spullen en tuig Tarka in. Wel heb ik hulp nodig om door het museum mijn weg te vinden naar de garderobe. Het is zoeken naar mijn jas. Ik dacht dat hij van wol en zwart is, maar blijkbaar is hij zwart-wit. Door met mijn handen langs de jassen te gaan, vind ik hem terug. Ik word inmiddels wat zenuwachtig, omdat het allemaal langer duurt dan verwacht en de taxi staat te wachten. Dan moeten we nog naar buiten. De deuren zitten op slot en de sleutel is elders. Hetzelfde verhaal bij het hek. Iemand van het museum loopt mee naar de taxi, zodat ik niet nog meer tijd verlies met zoeken.
Al met al was het een mooie dag en de service van het museum was super.
Conclusie
Het WestFries museum heeft echt zijn best gedaan blinden en slechtzienden te betrekken bij deze kunstwerken. Het was fantastisch zo uitgebreid en gedetailleerd bij de schilderijen stil te staan. Het had wat mij betreft langer mogen duren en ik had graag de andere stukken op dezelfde manier tot me willen nemen. Het prikkelen van de zintuigen voegde voor mij echt iets toe. Vooral de kolvstick en het 3d-schilderij bleven bij mij het meeste hangen. Zij brachten voor mij het beeld echt tot leven.
Ik had nog nooit een 3d-schilderij gezien. Het was bijzonder zo gedetailleerd een doek tot me te nemen. Dit mogen musea van mij vaker doen. Niet elk doek is hiervoor denk ik geschikt. Bijv. het schilderij met het ijstafereel is denk ik onmogelijk om te zetten in een 3d-vorm. Dat schilderij heeft te veel details. Maar wat mij betreft maken musea van de stukken die dat toelaten een 3d-versie.
Meer weten?
De reizende tentoonstelling Hoge Luchten is vanaf 10 december 2022 verhuisd naar Museum Gouda. Daar zijn de stukken tot 17 september 2023 te bewonderen. Ik weet niet wat zij doen qua toegankelijke rondleidingen. Daarover kon ik niets vinden. Klik hier om naar de site van Museum Gouda te gaan en klik hier om op de site van het Rijksmuseum meer te lezen over de reizende tentoonstelling.
Wil je meer weten over het WestFries Museum in Hoorn? Klik dan hier om naar hun website te gaan. Ze zijn de komende jaren gesloten wegens een grote verbouwing. Ze openen weer medio 2025.
Nooit meer een Tikje Anders blog missen?
Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Twitter, Facebook en Instagram.
Wat goed Debby dat het museum dit organiseerde. Jij hebt genoten. Het museum is inderdaad smal en met opstapjes en trappen.
Groetjes Ria
Leuk om je verslag te lezen Debby, het was leuk om de rondleiding aan jullie te geven en een waardevolle ervaring voor het museum.
@ Annemarie: Het was een mooie ervaring. Bedankt dat jullie als museum dit hebben geregeld. Hoop dat jullie na de heropening vaker dit soort activiteiten organiseren. Groet, Debby
Fijn dat je genoten hebt van je bezoek. Ik woon in België. In Nederland staan ze toch een stuk verder dan bij ons om een museum toegankelijk te maken voor mensen met een visuele beperking. Ik was in september 2022 in het van Abbe museum in Eindhoven en daar was de tentoonstelling ook goed aangepast met 3D schilderijen. En er waren ook 3D vormen van grote installaties die je mocht aanraken. Ik ben zelf slechtziende en zie 3op10. Ik vond het fijn om de 3D vormen van dicht bij te kunnen bestuderen.
@ Goedele: Wat jammer dat het in België qua toegankelijk van musea zo achterloopt. Hopelijk gaat het bij jullie wat dat betreft snel beter. Ook hier doen nog lang niet alle musea mee aan met dit soort acties, maar ik zie het steeds vaker gebeuren. Daar ben ik echt blij mee.