Luisteren is een belangrijke vaardigheid, die helaas niet iedereen bezit.
Op een keer zit ik in de trein verdiept in een spannend luisterboek als ik een mannenstem hoor zeggen: ‘Goedemiddag.’ Ik hoor dit soort begroetingen wel vaker in de trein en het blijkt zelden tegen mij, dus ik reageer er niet op.
In de blog ‘Hoe reis ik met mijn visuele beperking met het openbaar vervoer?’ lees je hoe ik een treinreis aanpak.
Een paar seconde later hoor ik iets nadrukkelijker: ‘Goedemiddag!’ Wederom reageer ik niet. Ik twijfel of het dezelfde persoon was of dat iemand het terug zei. Plotseling word ik op mijn schouder getikt en hoor ik een geërgerd: ‘Mevrouw! Goedemiddag!’ Blijkbaar was het dus toch voor mij bedoeld.
Ik kijk op en zeg: ‘Oh, sorry. Ik had niet door dat u het tegen mij had. Wilt u misschien dat ik mijn geleidehond opschuif, zodat u naast mij kunt zitten?’ Umbar ligt altijd netjes onder de bank, maar soms, als er genoeg ruimte is, gaat hij iets breder uit liggen.
‘Nee, mevrouw,’ klinkt het geïrriteerd, ‘ik ben de conducteur. Uw plaatsbewijs alstublieft.’
Na wat rommelen in mijn tas, overhandig ik hem mijn treinkaartje. Als hij het teruggeeft zegt hij op boze toon: ‘U bent heel gevaarlijk en onverantwoordelijk bezig mevrouw! U bent blind en moet niet met oordopjes in de trein zitten. Als er een gevaarlijke situatie ontstaat, heeft u niets door.’
Ik probeer hem uit te leggen dat ik prima het omgevingsgeluid hoor als ik naar een boek luister, maar dit blijkt tegen dovemansoren.
De conducteur raast nog even door: ‘Als er brand uitbreekt, heeft u niets door. Dat is gevaarlijk!’
‘Als er brand is, ruik ik dat wel en …’ Voordat ik kan zeggen dat ik de mensen dan heus wel hoor schreeuwen, valt hij me in de reden: ‘U moet hier geen grappen over maken. U begrijpt best wat ik bedoel!’
Ik wil opmerken dat degene die niet begrijpt wat de ander bedoelt hijzelf is, maar kan het nog net binnenhouden. Ik zeg in plaats daarvan: ‘Ik had u daarnet gehoord, maar wist niet dat u het was, anders had ik wel gereageerd.’ Ook dit komt verkeert bij hem binnen.
‘Ja, dat zegt u nu,’ zegt hij kwaad, ‘maar volgens mij hebt u mij niet gehoord.’
Deze discussie ga ik niet winnen. Ik knik dus maar en zeg dat ik er in de toekomst aan zal denken. Ik ben blij als hij weer doorloopt. Als ik zijn stem een paar rijen achter me hoor, zucht ik opgelucht en doe ik mijn oordopjes weer in en ga verder met mijn boek.
Heel herkenbaar! Zo mocht ik ooit eens niet zelfstandig met de trein reizen, toen er treinen uitgevallen waren vanwege het slechte weer, of een aanrijding met een persoon! Sat zei de conducteur tegen mij! Dat was op het hoofdstation van Hilversum.
Hoi Roelie, Dat is ook een een rare inderdaad. Welk argument gaf de conducteur hiervoor? Groet Debby
Hij gaf helemaal geen argument. Hij zei alleen, dat het onverantwoord was! Het leek wel of hij nooit eerder een blind persoon alleenmet de trein had zien reizen! Als het rij-schema zou kloppen, dan gaat alles goed. De NS moest, om wat voor reden dan ook, dat schema tijdelijk aanpassen. Dus dan verwacht ik hulp van hen en géén uitbrander! Zoiets heb ik toenook tegen hem gezegd. 😊
Hoi Roelie, Sommige mensen zijn te overbezorgd. Ze denken dat je als je een beperking hebt niets kunt of niet tegen veranderingen kunt. Ik geef toe, veranderingen kosten energie, maar als het noodzakelijk is kan ook ik daarmee omgaan. Wat jij beschrijft klinkt overigens totaal niet klantvriendelijk. Ook ziende reizigers vragen hulp als er problemen zijn op het spoor. Zij weten namelijk ook vaak niet waar ze heen moeten voor een vervangende trein. Groet, Debby