Kortsluiting

Foto van zwarte labrador Tarka, die naast Debby op een kussenkist in de tuin zit.

Deel dit bericht met je netwerk!

Af en toe hebben mensen opmerkingen betreffende mijn visuele beperking, waarvan ik denk: hoe kom je erop. De logica is soms ver te zoeken. Zo ook een paar maanden geleden.

November 2022, rond 17.00 uur

We eten weer bij mijn schoonouders en voordat ik naar binnen ga, laat ik mijn blindengeleidehond, Tarka, lekker los in het park bij hen voor de deur. Met haar belletje aan haar halsband hoor ik precies waar ze is. Ik hoor het belletje van de ene kant van het park naar de andere kant racen. Af en toe is er een korte stilte als ze ergens staat te snuffelen of haar behoefte doet. Door het park loopt een stenen pad van ongeveer een meter breed. Ik loop altijd met mijn taststok een paar keer heen en terug over het pad, zodat Tarka lekker alle tijd heeft voor zichzelf.
Als ik de ondergrond hoor veranderen van steen naar hout, weet ik dat ik bij de brug aan de andere kant van het park ben. Ik draai om en loop hetzelfde stuk weer terug. Vlak na het keermoment hoor ik een andere hond. Ik blijf stilstaan, zodat Tarka met de hond kan spelen. De baas van de hond blijkt een vrouw te zijn en ze spreekt me aan: ‘handig zo een belletje.’
Ik knik: ‘Ja, heel handig, zo weet ik precies waar ze uithangt.’
‘Kunt u helemaal niets zien?’
Daar gaan we weer, denk ik. Soms word ik moe van aldoor dezelfde gesprekjes. ‘Nee, ik ben volledig blind.’
Na een korte stilte, zegt ze: ‘Dat lijkt me lastig.’
Zonder erover na te denken, rolt mijn standaard antwoord uit mijn mond: ‘Dat valt mee hoor. Ik kan nog heel veel. Je doet dingen op een andere manier. Door de nieuwe technieken en hulpmiddelen is gelukkig tegenwoordig veel mogelijk.’
‘Oh, wat fijn,’ zegt ze. Na een korte stilte zegt ze: ‘Is het niet lastig voor u zo in het donker?’
‘Hoe bedoelt u?’ vraag ik.
‘Nou, de zon is al onder. Is het niet lastig voor u om in het donker te lopen?’
Ik voel een innerlijke lach opborrelen en moet ervoor zorgen dat ik deze dame niet uitlach. Meent ze dit echt? Ik besluit beleefd te blijven en zeg: ‘Voor mij maakt het niets uit. Ik zie toch niet of het licht is of donker. Of ik hier nu midden in de nacht loop of overdag.’
‘Oh, natuurlijk,’ klinkt het beschaamd. Na een korte stilte vraagt ze: ‘Voelt u zich onveiliger als het donker is?’
‘Nee, niet echt. Ik vermijd plaatsen waarvan ik weet dat er rare types rondhangen ‘s avonds, maar dat doet u denk ik zelf ook. Verder maakt het mij echt niet uit.’
Na nog wat prietpraat over de honden, gaan we allebei onze eigen weg.

In de blogpost ‘Het syndroom van Lust-Zij-Ook-Een-Plakje-Worst’ lees je meer voorbeelden van mensen die niet weten hoe tegen een blinde te praten.

Conclusie

Af en toe heb ik het idee dat zodra mensen door hebben dat je blind bent, er bij sommigen kortsluiting in hun hoofd ontstaat. Een deel doet daarna heel normaal tegen je. Sommigen zeggen juist helemaal niets meer, omdat ze niet weten hoe ze tegen een blinde moeten praten. Anderen praten tegen je alsof je een kleuter bent en weer anderen slaan wartaal uit. Ik zeg weleens: ‘Ik ben blind, niet gek.’
Voor wie nog twijfelt hoe om te gaan met een blinde. Praat gewoon tegen ons zoals je doet tegen je buurvrouw, de groenteboer of je tante. En dan bedoel ik niet de tante die is opgenomen in het verzorgingstehuis, maar de tante die elke dag lekker met haar vriendinnen op pad gaat.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Twitter, Facebook en Instagram.

Deel dit bericht met je netwerk!

1 gedachte over “Kortsluiting

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.