Mensen herkennen is voor mij met mijn visuele beperking een kunst, waarover ik het hier al eerder had. Ik moet een stem ergens aan kunnen afleiden. Van de week kwam ik iemand tegen die het raar vond dat ik hem niet direct herkende. Hij had een ander probleem met afleiden.
In mijn blogpost ‘Hoe herken ik mensen met mijn visuele beperking?’ leg ik uit hoe ik mensen herken ondanks dat ik ze niet zie.
Woensdag 21 juni 2023
Ik moet met de trein naar Bovenkarspel Flora. Een kennis van mij zit ook in deze trein en heeft me al geappt waar ze ongeveer zit. Haar vriend R is zo aardig naar de deur te lopen, zodat ik ondanks dat ik al op het goede stuk van het perron sta, ook de juiste deur weet te vinden.
Als mijn blindengeleidehond, Tarka, en ik voor R uit de coupé in lopen, vraag ik S waar ze zit. Zo navigeer ik naar het juiste zitje. Als ik er bijna ben, roept een onbekende stem verderop in de trein: ‘HÉ ik ken jou!’
Inmiddels heb ik van dit soort situaties geleerd en zeg aarzelend: ‘Hallo. Sorry ik kan je stem even niet plaatsen. Wie ben je?’
‘Ik ken je,’ herhaalt de enthousiaste man, ‘ik heb de hond geaaid in het winkelcentrum.’
Daar heb ik niet veel aan, dus ik zeg: ‘Sorry maar dat helpt niet echt. Er zijn veel mensen die de hond aaien.’
‘Ik aaide de hond, maar mocht de hond niet aaien,’ klinkt het verontwaardigd.
Ik begin een vermoeden te krijgen van wie dit is. Een paar maanden geleden stond ik te praten met C, een oud-collega, toen zij plotseling het gesprek onderbrak om iemand terecht te wijzen dat geleidehonden in tuig niet geaaid mogen worden. Het bleek een man te zijn die, zo vermoed ik, verstandelijk beperkt was en die, ondanks een uitleg van C, niet snapte waarom hij Tarka niet mocht aaien. Hij liep daarna beledigd weg. Ik denk dat deze man in de trein dezelfde is als die van toen.
‘Ah, volgens mij weet ik wie je bent. Nee, blindengeleidehonden die hun tuig aan hebben, zijn aan het werk en mogen dan niet worden afgeleid.’
‘Ik leidde hem niet af, ik aaide alleen maar.’
‘Ook dat is afleiden,’ zeg ik met een glimlach.
‘Oh,’ is het laatste wat de man zegt.
Als ik ga zitten, grinniken R, S en ik na over dit gesprekje. S heeft zelf ook een blindengeleidehond en herkent de niet-aaien-discussie.
Conclusie
De stem van iemand die ik een keer vluchtig heb ontmoet, sla ik meestal niet op in mijn geheugen. Ik vond het sneu dat deze man zelf zo enthousiast was dat hij mij kende, maar zijn stem bij mij niet was blijven hangen. Iedere stem onthouden is gewoon niet mogelijk.
Ook blijft het lastig voor sommige mensen om te begrijpen dat ze geleidehonden niet mogen aaien. Zelfs als ze stilstaan naast hun baasje als die een gesprek voert met iemand of wacht op de trein. Dus nog een keer voor iedereen: Geleidehonden zijn aan het werk en mogen niet geaaid, toegesproken of op welke manier dan ook afgeleid worden als ze hun tuig aan hebben. Wil je aaien, vraag het aan de baas. Dat laatste geldt overigens voor alle honden.
Nooit meer een Tikje Anders blog missen?
Blijf per e-mail op de hoogte van nieuwe Tikje Anders blogs. Vul je e-mailadres in in het invoerveld onderaan deze pagina en druk op de knop ‘Abonneren’. Of kijk hier voor meer info.
Volg Tikje Anders ook via Twitter, Facebook en Instagram.