Risico van het vak

Foto van Debby die op de grond zit met zwarte labrador Tarka. Ze kijken beide in de camera.

Deel dit bericht met je netwerk!

Door mijn visuele beperking heb ik regelmatig kleine ongelukjes. Ik loop vaak rond met blauwe plekken omdat ik weer eens tegen een tafelpunt of een ander uitstekend object ben gebotst. Mijn tenen krijgen geregeld een oplawaai wanneer ik ze tegen iets aan stoot in huis, en bulten op mijn hoofd door openstaande keukenkastjes zijn me ook niet vreemd. Meestal blijft het bij dit soort onschuldige ongelukjes. Maar onlangs was er voor het eerst sinds tijden weer eens wat groters aan de hand.

Vrijdag 22 augustus 2025

Na een vergadering in Alkmaar loop ik in een voor mij onbekende omgeving, samen met mijn blindengeleidehond Tarka. We volgen een andere geleidehondenbaas richting de dichtstbijzijnde bushalte. Na tien minuten wachten komen we erachter dat deze bushalte tijdelijk buiten gebruik is. Shit! Mijn gids hoopte deze bus te halen, omdat hij anders een uur moet wachten op zijn overstap.
Geïrriteerd en met een diepe zucht lopen we door naar een andere halte. Eén van de dingen die ik geweldig vind aan Tarka is dat ze fantastisch is in het volgen van mensen. En dan bedoel ik écht volgen. Mijn vorige honden wilden altijd vooroplopen, maar Tarka vindt het heerlijk om achter iemand aan te lopen.
Mijn gids zet er flink de vaart in, hopend dat we de bus alsnog halen. Tarka en ik zetten een tandje bij om hem bij te houden. Bij een oversteek hoor ik hem ineens niet meer. Ik door: de auto’s staan netjes stil en Tarka stapt resoluut vooruit. Ik besluit hem zodra ik aan de overkant ben te roepen of het iets langzamer kan.
En dan gaat alles in een paar seconden mis. Een onverwacht stoeprandje. De wereld kantelt. Ik voel een moment van vrije val, mijn herkenningsstok vliegt uit mijn hand. Om mezelf te beschermen laat ik Tarka’s tuig los en steek ik mijn handen uit.
Boem! Au! Au! Au!
Ik lig half op handen en knieën. Geen idee of ik nu op de stoep of op het fietspad terecht ben gekomen. Achter me hoor ik auto’s, dus gelukkig niet midden op de weg. Onder mijn gehavende handpalmen voel ik ruwe, grindachtige tegels of misschien oud asfalt. Mijn knieën branden door de schaafwonden, ondanks mijn lange broek.
Meteen zijn er mensen bij me.
‘Gaat het?”
‘Heeft u hulp nodig?’
Ik ben vooral bezig met de pijn en probeer te begrijpen wat er net gebeurde. Met een halfgemompeld ‘Het gaat wel’ blijf ik nog even zitten. De vragen blijven komen en ik baal dat ik het middelpunt van de aandacht ben. Met een pijnlijke glimlach zeg ik:
‘Het gaat wel… vooral mijn handen, mijn knieën… en mijn trots doen pijn.’
Met moeite kom ik overeind. Mijn handen kan ik nauwelijks gebruiken bij het opstaan. Maar blijven zitten helpt ook niet, dus zet ik Tarka weer aan het werk. Eigenlijk zou ik het stoeprandje met haar opnieuw moeten nemen – herhaling is belangrijk in de training – maar daar staat mijn hoofd even helemaal niet naar.
Een van de dames die mijn spectaculaire val zag, loopt met ons mee naar de bushalte. Onderweg voel ik dat mijn linkerhand bloedt. Geweldig. Ik probeer mijn broek te sparen, maar bij de halte voel ik aan de vochtige stof van mijn broek dat ook mijn knieën bloeden. Gelukkig is de stof donker, dus het valt waarschijnlijk niet zo op. Met een zakdoekje maak ik mijn handen zo goed en kwaad als het kan schoon. Mijn handen en knieën blijven het uitschreeuwen van de pijn.
Pas anderhalf uur later ben ik thuis. Mijn partner helpt me de schade op te nemen: beide handen en knieën zijn flink geschaafd, waarbij de linker kant het op een of andere manier het het zwaarst te verduren heeft gekregen. Ook mijn broek is niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Er zit een scheurtje op een van de knieën. Mijn handen was ik goed met zeep. Het brandt! Voor mijn knieën en tegen de stress stap ik onder de douche. Daar blijken mijn knieën bij het uitwassen van de wondjes nog erger te branden dan mijn handen. Ik baal. Zes jaar lang heb ik met Tarka geen enkel serieus ongeluk gehad, en nu dit!
Maar ach… misschien hoort het gewoon bij het risico van het vak. Leven met blindheid betekent nu eenmaal dat je soms letterlijk onderuitgaat. Het belangrijkste is dat je ook weer opstaat – al is het met geschaafde knieën, pijnlijke handen en een gedeukte trots.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Volg Tikje Anders op social media en mis geen enkele blogupdate. Je vindt me op Facebook, Instagram en LinkedIn!

Wil je een seintje krijgen als er een nieuwe blogpost is? Vul dan je e-mailadres in onderaan deze pagina en klik op ‘Abonneren’ om updates rechtstreeks in je mailbox te ontvangen.

Deel dit bericht met je netwerk!


Ontdek meer van Tikje Anders

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

1 gedachte over “Risico van het vak

  1. Mijn geleidehonden zijn alle vier goed geweest in “volgen”. Ik denk bij het lezen gelijk terug aan mijn eigen val. Ik liep met m’n ouders naar mijn zus, hond niet aan het werk. Mocht van mij even rennen. Ik loop met mijn moeder en zet m’n voet verkeert neer waardoor m’n linker voet dubbel klapt op een stukje asfalt dat los ligt. Ik verlies m’n evenwicht en val op m’n handen en knieën. Ik neem m’n moeder mee in m’n val, die gelukkig niet kwam te vallen. Hond kwam kijken wat er was.. Ik stond op, verging van de pijn! Handen kapot, net als m’n broek/knieën. M’n zus m’n knieën ontsmet. Op het werk ook een keer gestruikeld over een put deksel, ook m’n knieën kappot.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *