Hoe werkt het menselijk oog? (Deel 3)

Fundusfoto van een rechteroog waarop de bloedvaten in een gezond menselijk netvlies te zien zijn. De aders zijn donkerder en iets breder dan de bijbehorende slagaders. De oogzenuwkop bevindt zich rechts en de gele vlek (macula lutea) ligt dicht bij het midden.

Deel dit bericht met je netwerk!

Eens in de vier weken blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer deel 3 van: Hoe werkt het menselijk oog?

Vooraf

Het menselijk oog is een wonder van de natuur. Het stelt ons in staat kleur, vorm en beweging waar te nemen en onze omgeving te begrijpen. Maar hoe werkt dit complexe orgaan precies? In deze blogpost neem ik je mee in de anatomie van het oog, de werking ervan en de meest voorkomende oogaandoeningen. Ik heb de uitleg verdeeld over drie blogs: In deel 1 gaf ik een algemene uitleg over het menselijk oog en beschreef ik alle delen die aan de buitenkant van het oog zitten (wenkbrauwen, wimpers, oogrok en hoornvlies). Deel 2 ging over de structuren in de eerste en tweede oogkamer (o.a. iris, pupil, lens). In deel 3 vertel ik meer over het glasachtig lichaam, het netvlies, de oogzenuw en de functie van de hersenen bij het zien.
Hieronder lees je deel 3 van mijn antwoord op de vraag: Hoe werkt het menselijk oog?

Samenvatting van deel 2

De eerste kamer (voorste oogkamer) is de ruimte tussen het hoornvlies en de iris en bevat kamerwater. Deze ruimte zorgt voor voeding van het hoornvlies en de lens, regelt de oogdruk en voert afvalstoffen af via het kanaal van Schlemm.
De tweede kamer (achterste oogkamer) is de ruimte tussen de iris en de ooglens en bevat ook kamerwater. Functies zijn: produceren van kamerwater via het straalvormig lichaam, vervoeren van het kamerwater naar de eerste kamer via de pupil en helpen de oogdruk stabiel te houden.
De pupil is een gaatje waardoor licht naar binnen komt in het oog, de iris is het gekleurde deel eromheen dat de pupil kan vergroten of verkleinen, en de lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien – of iets nou dichtbij of ver weg is. Ze werken samen zodat je de wereld duidelijk kunt bekijken.
TIP: Bij Stichting Passend Lezen kun je als je blind of slechtziend bent een A3-tekeningen band bestellen over de werking van het oog. Het is een TwinVision-product, wat wil zeggen dat het bestaat uit een combinatie van reliëf, felle kleuren en grote letters. Het is dus geschikt voor zowel blinden als slechtzienden.

Het glasachtig lichaam (Corpus vitreum)

Het glasachtig lichaam is een doorzichtige, geleiachtige massa die wordt omgeven door een dun vlies (het achterste glasvochtmembraan). Het vult het grootste deel van het oog en helpt de bolvorm te behouden. In het glasvocht zitten collageenvezels die zorgen voor stevigheid en elasticiteit.
Dit lichaam bevindt zich tussen de ooglens en het netvlies en speelt een belangrijke rol bij het doorlaten van licht naar het netvlies. Daarnaast dempt het schokken en helpt het het netvlies op zijn plek te houden.
Glasvocht neemt ca. 80% van het volume van het oog in en het volume van de glasvochtruimte bevat 4 tot 6 ml. Het bestaat voor 98% uit water en bevat daarnaast collageenvezels en hyaluronzuur, die samen de gelachtige structuur vormen. Omdat het geen bloedvaten heeft, wordt het glasvocht via diffusie gevoed door omliggende structuren, zoals het netvlies.

Oogaandoeningen die verband houden met het glasachtig lichaam

Sommige oogproblemen ontstaan door veranderingen in het glasvocht. Enkele veelvoorkomende aandoeningen zijn:

  • Glasvochtloslating (posterior vitreous detachment, PVD): Naarmate je ouder wordt, kan het glasachtig lichaam krimpen en troebeler worden. Dit kan leiden tot glasvochttroebelingen (floaters of mouches volantes), oftewel zwevende vlekjes of sliertjes in je gezichtsveld. Soms kan het glasvocht gedeeltelijk loskomen van het netvlies, wat klachten zoals lichtflitsen of wazig zicht veroorzaakt.
  • Glasvochtbloeding: Hierbij komt bloed in het glasvocht terecht, meestal door een gescheurd bloedvat, zoals bij diabetische retinopathie of een netvliesscheur. Dit kan wazig zicht of zwarte vlekken veroorzaken.
  • Vitreomaculaire tractie (VMT): Als het glasachtig lichaam te strak aan het netvlies blijft trekken, kan dit leiden tot vervormd zicht en moeite met scherpstellen. In ernstige gevallen kan het zelfs een maculagat veroorzaken.

 

Wat als het glasachtig lichaam beschadigd raakt of niet goed functioneert?

Wanneer het glasvocht troebel wordt door bijv. een bloeding of ontsteking, kan het worden verwijderd via een vitrectomie. Dit is een operatie waarbij de oogarts het glasvocht met speciale instrumenten verwijdert en vervangt door een andere vloeistof, zoals een zoutoplossing, gas of siliconenolie.
Hoewel een vitrectomie het zicht kan verbeteren, brengt de operatie risico’s met zich mee, zoals de ontwikkeling van staar of infecties. Daarom wordt deze ingreep meestal alleen uitgevoerd bij ernstige klachten.

Hoe zit het bij mij?

Vroeger had ik regelmatig last van glasvochtbloedingen. Dit merkte ik doordat mijn zicht ineens wazig werd, alsof ik door mist keek. Af en toe ontstonden deze bloedingen spontaan, en andere keren werden ze uitgelokt door iets eenvoudigs, zoals mijn hoofd stoten. Zodra dit gebeurde, ging ik meteen naar de oogarts om te controleren of er geen schade aan mijn netvlies was.
Als mijn netvlies in orde was, restte me niets anders dan afwachten totdat het oog het bloed zelf opruimde. Dit proces duurde bij mij langer dan gemiddeld. Soms kreeg ik een injectie in het oog met medicatie om het herstel te versnellen.
Door meerdere netvliesoperaties is het glasvocht in mijn beide ogen meerdere keren vervangen. In mijn rechteroog zit nu al ruim tien jaar siliconenolie, die werd ingebracht na mijn laatste netvliesoperatie in 2014. In mijn linkeroog zit nog gewoon glasvocht.
Of ik tegenwoordig nog glasvochtbloedingen heb? Dat weet ik niet. Ik ben blind en zie de mist niet meer.

Het netvlies (Retina)

Het netvlies is een dunne laag lichtgevoelige cellen aan de achterkant van het oog. Het speelt een essentiële rol in het gezichtsvermogen door lichtsignalen om te zetten in elektrische impulsen, die via de oogzenuw naar de hersenen worden gestuurd en daar als beelden worden waargenomen.
Het heeft een complexe, doorschijnende structuur en bestaat uit tien lagen, waaronder fotoreceptoren (staafjes en kegeltjes), zenuwcellen en bloedvaten. Het bedekt het binnenste deel van de achterzijde van het oog en heeft een roodachtige kleur door de bloedvoorziening.
Licht komt het oog binnen via de pupil en wordt door de ooglens gefocust op het netvlies. Daar zetten de fotoreceptoren het licht om in elektrische signalen:

  • Staafjes: Verantwoordelijk voor zicht bij weinig licht en het waarnemen van beweging. Onderscheiden geen kleuren. Een oog bevat ca. 120 miljoen staafjes.
  • Kegeltjes: Functioneren bij daglicht en zorgen voor het waarnemen van kleuren en fijne details. Er zijn ca. 6 miljoen kegeltjes per oog, onderverdeeld in drie soorten: rood-, groen- en blauwgevoelig.

De elektrische signalen worden via de oogzenuw naar de hersenen gestuurd, waar ze worden verwerkt tot visuele informatie.
Belangrijke onderdelen van het netvlies zijn:

  1. Macula (gele vlek): Het centrale gedeelte van het netvlies met een hoge concentratie kegeltjes. Dit gebied is verantwoordelijk voor het scherpste zicht en de waarneming van kleur. De macula is ca. 5,5 mm groot en het netvlies is hier 0,22–0,30 mm dik.
  2. Fovea: Het centrum van de macula, waar het scherpste zicht plaatsvindt. Hier bevinden zich vrijwel uitsluitend kegeltjes. De fovea is ca. 1,5 mm groot en het netvlies is hier ca. 0,10–0,15 mm dik.
  3. Oogzenuw (papil): Het punt waar de oogzenuw het oog verlaat. Dit gebied bevat geen fotoreceptoren, wat zorgt voor een ‘blinde vlek’ in het gezichtsveld.
  4. Retinale bloedvaten: Voeden het netvlies met zuurstof en voedingsstoffen.
  5. Periferie van het netvlies: Bevat voornamelijk staafjes en is verantwoordelijk voor het perifere zicht en nachtzicht. De buitenste randen van het netvlies zijn ca. 0,50 mm dik.

Symptomen van netvliesproblemen kunnen zijn:

  • Lichtflitsen;
  • warte vlekken (floaters);
  • Wazig zicht;
  • Een schaduw of sluier in het gezichtsveld.

 

Oogaandoeningen die te maken hebben met het netvlies

Er zijn verschillende aandoeningen die het netvlies kunnen beschadigen:

  • Maculadegeneratie (MD): Schade aan de macula, wat leidt tot verslechtering van het centrale zicht. Er bestaan diverse varianten, maar Leeftijdsgebonden Maculadegeneratie (LMD) komt het meest voor.
  • Netvliesloslating (ablatio retinae): Het netvlies laat los van de onderliggende laag, wat onbehandeld tot blindheid kan leiden.
  • Diabetische retinopathie: Een complicatie van diabetes waarbij de bloedvaten in het netvlies beschadigd raken, wat kan leiden tot wazig zicht en uiteindelijk blindheid.
  • Retinitis pigmentosa (RP): Een erfelijke aandoening waarbij de lichtgevoelige cellen in het netvlies geleidelijk afsterven. Dit leidt tot nachtblindheid, kokerzicht en verlies van detailwaarneming. RP ontwikkelt zich over jaren of decennia en varieert in ernst per persoon.
  • Kleurenblindheid: Een aandoening waarbij de kegeltjes in het netvlies niet goed functioneren, waardoor iemand moeite heeft met het waarnemen van bepaalde kleuren. Het komt vaker voor bij mannen, omdat de genetische oorzaak op het X-chromosoom ligt. Er zijn drie soorten: Rood-groen kleurenblindheid (meest voorkomend), blauw-geel kleurenblindheid (minder vaak voorkomend) en totaal kleurenblindheid (zeer zeldzaam).
  • Pseudoxanthoma elasticum (PXE): Een zeldzame genetische aandoening die de elasticiteit van huid, bloedvaten en netvlies aantast.
  • Ushersyndroom: Een erfelijke aandoening die gehoor en zicht aantast, vaak leidend tot doofblindheid door retinitis pigmentosa.

 

Wat als het netvlies beschadigd raakt of niet meer functioneert?

Kleine beschadigingen kunnen soms stabiliseren, maar grotere schade, zoals netvliesloslating, vereist meestal een operatie. Het netvlies kan hierbij gedeeltelijk worden gerepareerd, maar een volledige vervanging is onmogelijk.
Wanneer er een scheurtje in het netvlies wordt ontdekt, maar het netvlies nog niet is losgelaten, kan een laserbehandeling uitkomst bieden. Voor deze behandeling krijg je verdovende oogdruppels toegediend. Vervolgens plaatst de oogarts een speciale contactlens op het oog, waardoor de laserstraal wordt geleid. De laserbehandeling zorgt ervoor dat er kleine littekens rondom het scheurtje ontstaan. Deze littekens voorkomen dat er vocht onder het netvlies komt, waardoor het risico op een netvliesloslating wordt verkleind.
Bij een netvliesloslating is snelle behandeling noodzakelijk, omdat onbehandelde loslating kan leiden tot ernstig zichtverlies of zelfs blindheid. De enige effectieve behandeling is een operatie. Er zijn verschillende chirurgische ingrepen mogelijk, en de oogarts bepaalt welke methode het meest geschikt is.
De meest uitgevoerde ingreep bij netvliesloslating is vitrectomie. Hierbij verwijdert de oogarts een groot deel van het glasvocht uit het oog en vervangt dit tijdelijk door een speciale vloeistof. Deze vloeistof zorgt ervoor dat het netvlies weer op zijn plek wordt gedrukt. Vervolgens wordt het netvlies met een laser behandeld, waardoor er littekens ontstaan die voorkomen dat vocht opnieuw onder het netvlies terechtkomt.
Daarna wordt de vloeistof in het oog vervangen door gas, lucht of siliconenolie, wat het netvlies stabiliseert totdat het zich weer goed heeft gehecht. Lucht en gas verdwijnen vanzelf na verloop van tijd, terwijl olie na enkele maanden operatief moet worden verwijderd.
In sommige gevallen wordt een vitrectomie gecombineerd met een extra versteviging rond het oog, een cerclage. Hierbij plaatst de oogarts een dun kunststof bandje rondom het oog, waardoor het netvlies minder wordt aangetrokken door het glasvocht. Dit verkleint de kans op verdere loslating. Daarnaast wordt er een klein stukje kunststof (plombe) op de plek van het netvliesscheurtje aangebracht om het van buitenaf te ondersteunen. In sommige gevallen wordt er gas of lucht in het oog gespoten, wat vanzelf verdwijnt. Dit type ingreep wordt meestal toegepast bij patiënten die hun natuurlijke ooglens nog hebben.
Bij maculadegeneratie of diabetische retinopathie Kunnen injecties in het oog met medicijnen de achteruitgang vertragen en soms het zicht verbeteren. Het is een langdurig traject, waarbij de oogarts regelmatig medicijnen met een heel dunne naald in het oog spuit. Het medicijn werkt maar een paar weken. Na een aantal jaren lijkt het effect van de behandeling te verdwijnen. Het gezichtsvermogen is dan weer hetzelfde als vlak voor het geven van de injecties.

Er is nog geen genezing voor RP en MD. Er wordt veel onderzoek gedaan naar behandelingen, zoals gentherapie. Gentherapie is toepasbaar op cellen die nog leven. Bij gentherapie is er één erfelijke factor die niet goed werkt en die wordt gecorrigeerd of vervangen door het goede gen in te spuiten onder het netvlies. Dit gebeurt tijdens een vitrectomie, wat risico’s met zich meebrengt.
In Nederland hebben in het kader van onderzoek naar RP inmiddels een paar patiënten een operatie ondergaan met gentherapie. Het is nog afwachten of het werkt.
Voor mensen waarbij de cellen al zijn afgestorven is gentherapie niet mogelijk. Voor hen wordt onderzoek gedaan naar een eventuele andere toekomstige behandeling, genaamd stamceltherapie. Hierbij worden speciale cellen, stamcellen, gebruikt om beschadigd of ziek weefsel in het lichaam te herstellen. Stamcellen zijn ‘lege’ cellen die nog kunnen veranderen in verschillende soorten lichaamscellen, zoals spier-, zenuw- of bloedcellen.
Artsen halen stamcellen vaak uit het beenmerg, het bloed of uit navelstrengbloed van baby’s. Deze cellen worden op een specifiek punt in een lichaam geplaatst om bijv. kapotte organen of het immuunsysteem te helpen herstellen. Het idee is dus simpel: oude, zieke cellen worden vervangen door nieuwe, gezonde cellen. De techniek is nog steeds in ontwikkeling en werkt niet voor alles. Er wordt nu onderzoek gedaan naar het inbrengen van stamcellen onder het netvlies om beschadigde netvliescellen te vervangen. Dit is een heftigere operatie dan voor gentherapie en brengt nog meer risico’s met zich mee. Omdat het oog zo complex is en verband heeft met de hersenen zal het nog zeker tien jaar duren voordat deze behandeling op de markt komt.
Er wordt ook onderzoek gedaan naar het toedienen van vitamines en inzet van andere medicatie. Daarnaast onderzoekt men de invloed van leefstijl, voeding en voedingssupplementen. Een kanttekening hierbij is wel dat erfelijke oogziektes niet op te lossen zijn met wat je eet. Het zou de verslechtering wel mogelijk kunnen remmen. Voedingstoffen die goed zouden zijn voor de ogen zijn de antioxidanten luteïne en zeaxanthine. Deze zitten o.a. in rauwe spinazie, broccoli, boerenkool, tuinbonen, veldsla, rauwe peen, spruiten, maïs, (rode) paprika, groene erwten, tomaten en goudsbloem. Omega 3-vetzuren zouden ook goed zijn voor de ogen. Een mediterraans eetpatroon zou voordelig zijn. Overleg met je oogarts of je qua voeding iets kunt doen. Een gezond BMI, voldoende beweging, matig alcoholgebruik en niet roken zouden overigens ook effectief zijn.
Daarnaast is men bezig met het ontwikkelen van bionische netvliezen. Apparaten zoals het Argus II-implantaat kunnen elektrische signalen naar de oogzenuw sturen, wat beperkt zicht kan herstellen. De Argus II operatie was heel zwaar en het leverde niet heel veel extra zicht op. Het bedrijf erachter is inmiddels ook failliet. Er worden door bedrijven en wetenschap nog steeds andere soorten chips getest, maar de winst qua zich die er mee behaald wordt blijft nog heel beperkt.
In het tv-programma Briljante Breinen ging het in 2024 over wetenschappelijk onderzoek naar RP. Je leest hier mijn blog over deze uitzending.

Hoe zit het bij mij?

Mijn oogproblemen worden veroorzaakt door een extreem zwak netvlies. Tot mijn dertiende heb ik meer dan twintig netvliesoperaties ondergaan vanwege loslatingen en scheurtjes.
Tijdens deze operaties heb ik verschillende behandelingen gehad:

  • Een cerclageband rond mijn rechteroog.
  • Meerdere vitrectomieën.
  • Herhaaldelijke laserbehandelingen.
  • Siliconenolie in mijn oog ter stabilisatie.

Helaas bleek ik allergisch voor de siliconenolie, waardoor deze telkens binnen enkele maanden moest worden verwijderd. Dit zorgde ervoor dat mijn netvlies nooit volledig kon herstellen en steeds bij het minste of geringste opnieuw losliet.
Op mijn 33e kreeg ik opnieuw een netvliesloslating. Inmiddels was de samenstelling van de olie verbeterd, waardoor deze in mijn rechteroog kon blijven zitten. De operatie was technisch succesvol, maar ik verloor toch het zicht in dit oog. De artsen kunnen niet verklaren waarom.
Het verwijderen van de olie wordt afgeraden, omdat de kans groot is dat mijn oog daardoor instort.

De oogzenuw (nervus opticus)

De oogzenuw is een bundel zenuwvezels die visuele informatie van het netvlies naar de hersenen stuurt. Hij bevat ca. 1,2 miljoen zenuwvezels en is essentieel voor het gezichtsvermogen.
Met een diameter van 4 tot 5 mm en een lengte van gemiddeld 4 tot 5 cm, geleidt de oogzenuw elektrische signalen van de lichtgevoelige cellen in het netvlies naar de hersenen. Hij loopt vanuit de oogzenuwkop (papil) in het netvlies, door de oogkas en de schedelbasis, naar de visuele cortex in de hersenen. Daar worden deze signalen verwerkt tot beelden.
De plek waar de oogzenuw het oog verlaat, bevat geen lichtgevoelige cellen. Dit veroorzaakt een blinde vlek in het gezichtsveld, die normaal gesproken door de hersenen wordt opgevuld.

Oogaandoeningen die te maken hebben met de oogzenuw

Schade aan de oogzenuw kan leiden tot blijvend gezichtsverlies. Enkele aandoeningen die de oogzenuw aantasten, zijn:

  • Glaucoom: Beschadiging van de oogzenuw door een te hoge oogdruk, wat tot gezichtsverlies kan leiden.
  • Optische neuritis: Ontsteking van de oogzenuw, vaak geassocieerd met multiple sclerose (MS).
  • Oogzenuwatrofie: Afsterven van zenuwvezels in de oogzenuw, wat zichtverlies veroorzaakt.
  • Leber’s Opticus Atrofie (LOA/ LHON): Een zeldzame genetische aandoening die de oogzenuw aantast en het gezichtsvermogen sterk kan verminderen.

 

Wat als de oogzenuw beschadigd raakt of niet meer goed functioneert?

Schade aan de oogzenuw is meestal onomkeerbaar. De zenuwvezels in de oogzenuw kunnen zichzelf niet herstellen, waardoor aandoeningen zoals glaucoom, optische neuritis of oogzenuwatrofie blijvende schade veroorzaken.
Momenteel is het onmogelijk een oogzenuwtransplantatie uit te voeren of beschadigde zenuwvezels te herstellen. Toch zijn er ontwikkelingen binnen de medische wetenschap die in de toekomst mogelijk behandelingen kunnen gaan bieden. Zo is men bezig met onderzoek naar stamceltherapie (zie het deel over het netvlies). Onderzoekers bestuderen of stamcellen beschadigde zenuwcellen in de oogzenuw kunnen vervangen.
Ook doet men onderzoek naar gentherapie. Sommige genetische aandoeningen die de oogzenuw aantasten, zouden in de toekomst behandeld kunnen worden met gentherapie. Zo werd in Londen onlangs succesvol innovatieve gentherapie toegepast bij jonge kinderen met Leber congenitale amaurosis (LCA). De kinderen, die bij de start van het onderzoek blind waren (ze konden hoogstens licht en donker onderscheiden), hadden na de behandeling allen een vooruitgang in het zicht.
Verder wordt er geëxperimenteerd met technologieën als bionische ogen, die visuele signalen direct naar de hersenen sturen, wat in de toekomst voor sommige mensen een vorm van kunstmatig zicht zou kunnen opleveren.

De hersenen

Zien is niet alleen afhankelijk van je ogen, maar ook van je hersenen. Je ogen vangen licht op, maar het echte waarnemen gebeurt in de hersenen, vooral in de visuele cortex, die zich aan de achterkant van de hersenen in de occipitale kwab bevindt.
Wanneer licht je oog binnenkomt, wordt het gebundeld door het hoornvlies en de ooglens. Het netvlies zet dit licht om in elektrische signalen en stuurt deze via de oogzenuw naar de hersenen. Op het netvlies staat het beeld ondersteboven, omdat de lens het omkeert. De oogzenuwen kruisen deels bij het optisch chiasma, zodat beide hersenhelften informatie van beide ogen ontvangen.
De visuele informatie gaat via de thalamus – en specifiek via de laterale geniculate nucleus (LGN) – naar de visuele cortex, waar het beeld wordt omgedraaid en wordt verwerkt, zodat je vormen, kleuren, beweging en diepte correct waarneemt.
Naast de visuele cortex spelen andere hersengebieden een belangrijke rol bij het verwerken van visuele informatie:

  • De pariëtale kwab helpt bij ruimtelijk inzicht en het waarnemen van beweging.
  • De temporale kwab is betrokken bij object- en gezichtsherkenning.
  • De prefrontale cortex helpt bij het nemen van beslissingen op basis van visuele informatie.

 

Oogaandoeningen die te maken hebben met de hersenen

Sommige oogaandoeningen worden veroorzaakt door problemen in de hersenen in plaats van in de ogen zelf. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Nystagmus: Een aandoening waarbij de ogen onwillekeurig en ritmisch bewegen. Deze bewegingen kunnen horizontaal (van links naar rechts), verticaal (op en neer) of rotatoir (draaiend) zijn. De snelheid en intensiteit kunnen variëren en beide ogen kunnen worden aangetast. Het ontstaat wanneer de hersenen de oogbewegingen niet goed kunnen reguleren. Dit kan te maken hebben met een probleem in het evenwichtsorgaan in het binnenoor of in de hersengebieden die oogbewegingen aansturen, zoals de ponto-cerebellaire verbindingen. Er zijn twee hoofdtypen:
    I. Congenitale nystagmus: Aanwezig vanaf de geboorte of ontwikkeld op jonge leeftijd. Het wordt geassocieerd met visuele beperkingen, maar de oorzaak ligt meestal in de hersenen of het zenuwstelsel.
    II. Verworven nystagmus: Ontstaat later in het leven door bijv. een hersenbeschadiging, neurologische aandoeningen of het gebruik van bepaalde medicijnen of alcohol.
  • Cerebrale visuele stoornis (CVI): Een hersenbeschadiging die visuele verwerking beïnvloedt.
  • Een beroerte (CVA): Kan leiden tot gezichtsvelduitval (hemianopsie), dubbelzien of wazig zicht, afhankelijk van welk deel van de hersenen is aangetast.
  • Niet aangeboren hersenletsel (NAH): Kan schade veroorzaken aan de visuele cortex of oogbewegingscentra, wat o.a. kan leiden tot wazig zien, dubbelzien of problemen met scherpstellen.
  • Hersentumor in of nabij de visuele cortex, de oogzenuw of het optisch chiasma: Kan leiden tot gezichtsvelduitval, wazig zicht of blindheid aan één of beide ogen.

 

Hoe zit het bij mij?

Ik heb congenitale nystagmus. Mijn ogen bewegen continu mega snel, waarvan ik niets merk. Voor mij voelt het alsof ik normaal kijk, maar anderen kunnen mijn oogbewegingen duidelijk zien.

Tot slot

Dit was mijn driedelige serie blogs over het oog. Van hoornvlies tot netvlies, van kamerwater tot glasvocht en van oogzenuw tot hersenen. Wil je deel 1 of 2 nog eens lezen, klik dan hier voor deel 1 en hier voor deel 2.

Disclaimer

Ik ben geen oogarts of medisch specialist. In deze blog deel ik kennis en inzichten die ik in de loop der jaren heb opgedaan over ogen, aangevuld met informatie uit bronnen, waaronder het internet (o.a. medische websites en sites van oogziekenhuizen). Hoewel ik mijn best doe correcte en nuttige informatie te geven, ben ik niet opgeleid in de oogheelkunde en kan mijn kennis onvolledig of verouderd zijn. Bij oogproblemen of vragen over je zicht is het altijd verstandig contact op te nemen met een oogarts of huisarts voor professioneel advies.

Ook nieuwsgierig?

Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Volg Tikje Anders op social media en mis geen enkele blogupdate. Je vindt me op Facebook, Instagram en LinkedIn!

Wil je een seintje krijgen als er een nieuwe blogpost is? Vul dan je e-mailadres in onderaan deze pagina en klik op ‘Abonneren’ om updates rechtstreeks in je mailbox te ontvangen.

Deel dit bericht met je netwerk!

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.