Hoe werkt het menselijk oog? (Deel 2)

Afbeelding van een anatomische doorsnede van een menselijk oog, specifiek gericht op het bovenste deel van het oog. De tekening is gedetailleerd en toont de verschillende lagen en weefsels van het bovenste ooglid en de bovenste oogbol. De structuren zijn genummerd van 1 tot 15, waarbij sommige nummers zijn gemarkeerd met blauwe cirkels (zoals 3 en 4) en andere met rode cirkels (zoals 6, 13, 14 en 15). De tekening laat duidelijk de verschillende lagen zien, waaronder het ooglid, de spieren, en bindweefsel. De achtergrond van de afbeelding heeft een lichtgroene tint, en de anatomische structuren zijn weergegeven in verschillende tinten rood, wit en roze, wat typerend is voor medische illustraties. De genummerde onderdelen zijn: 1. Lens, 2. Zonule van Zinn of cilière zonule, 3. Achterste kamer en 4. Voorste kamer met 5. Stroom van het kamerwater. 6. Pupil, 7. Corneosclera met 8. Hoornvlies, 9. Trabeculaire netwerk en kanaal van Schlemm, 10. Limbus (hoornvliesrand) en 11. Harde oogrok (sclera). 12. Bindvlies (conjunctiva), 13. Uvea met 14. Iris en 15. Straallichaam (ciliër lichaam).

Deel dit bericht met je netwerk!

Eens in de vier weken blog ik over hoe ik dingen aanpak met mijn visuele beperking. Het betreft zaken die mensen aan mij vragen of juist niet durven vragen. Deze keer deel 2 van: Hoe werkt het menselijk oog?

Vooraf

Het menselijk oog is een wonder van de natuur. Het stelt ons in staat kleur, vorm en beweging waar te nemen en onze omgeving te begrijpen. Maar hoe werkt dit complexe orgaan precies? In deze blogpost neem ik je mee in de anatomie van het oog, de werking ervan en de meest voorkomende oogaandoeningen. Ik heb de uitleg verdeeld over drie blogs: In deel 1 gaf ik een algemene uitleg over het menselijk oog en beschreef ik alle delen die aan de buitenkant van het oog zitten (wenkbrauw, ooglid, wimper, oogrok en hoornvlies). Klik hier voor deel 1. Deel 2 gaat over de structuren in de eerste en tweede oogkamer (o.a. iris, pupil, lens). In deel 3 zal ik meer vertellen over het glasachtig lichaam, het netvlies, de oogzenuw en de functie van de hersenen bij het zien.
Hieronder lees je deel 2 van mijn antwoord op de vraag: Hoe werkt het menselijk oog?

Samenvatting van deel 1

Je oog is een bol gevuld met vloeistof die licht opvangt en beelden naar je hersenen stuurt. Het heeft zes spieren die snelle bewegingen mogelijk maken. Knipperen houdt het oog vochtig en schoon. Het oog heeft twee oogkamers met vloeistof die helpen bij voeding en oogdruk.
Belangrijke onderdelen van het oog zijn de sclera (bescherming), hoornvlies en lens (lichtbreking), het glasachtig lichaam (lichtgeleiding), netvlies (lichtregistratie) en de oogzenuw (signaaloverdracht).
Oogletsel kan ernstig zijn en vereist altijd medische hulp. Behandelingen zoals hoornvliestransplantatie of laseren kunnen soms helpen, maar een volledige oogvervanging is op dit moment onmogelijk. Bij verwijdering van een oog kan een prothese (van glas of acryl) worden gebruikt.
Wetenschappers werken aan bionische ogen, maar deze technologie is nog in ontwikkeling.
TIP: Bij Stichting Passend Lezen kun je als je blind of slechtziend bent een A3-tekeningen band bestellen over de werking van het oog. Het is een TwinVision-product, wat wil zeggen dat het bestaat uit een combinatie van reliëf, felle kleuren en grote letters. Het is dus geschikt voor zowel blinden als slechtzienden.

De voorste kamer (Camera anterior)

De eerste kamer van het oog wordt de voorste kamer genoemd. Deze ruimte bevindt zich tussen het hoornvlies (de doorzichtige voorkant van het oog) en de iris (het gekleurde gedeelte van het oog).
De voorste kamer bevat een dikke waterige substantie die kamerwater (humor aquosus) heet, wat door de oogbol circuleert. Voor de duidelijkheid, dit is niet hetzelfde als traanvocht. Traanvocht loopt over de buitenkant van het oog. Functies van kamerwater zijn:

  • Voeding en zuurstofvoorziening voor het hoornvlies en de lens, omdat deze geen bloedvaten hebben.
  • Handhaving van de oogdruk, wat belangrijk is voor het behoud van de vorm en de stabiliteit van het oog.
  • Afvoer van afvalstoffen die zich in het oog ophopen.

Het straallichaam (Corpus ciliare) in de achterste oogkamer (de ruimte tussen lens en iris) produceert het kamervocht. Dit vocht stroomt langs de lens naar de voorste oogkamer, waar het ‘oude’ kamerwater wordt afgevoerd via vele kleine openingen naar de bloedbaan. Het kamervocht wordt elke anderhalf uur vernieuwd.
Bij een gezonde afvoer en aanmaak van het kamerwater is de oogdruk normaal. Oogdruk (intraoculaire druk, IOD), is de druk die in het oog wordt uitgeoefend door het kamerwater in de voorste kamer van het oog. De vloeistof wordt doorlopend geproduceerd en stroomt door het oog, waarbij het de druk in het oog helpt handhaven.
Je oogdruk is belangrijk voor de gezondheid van je ogen, omdat het helpt het oog in vorm te houden. Als de oogdruk te hoog wordt, kan dit schadelijk zijn voor de oogzenuw en kan het leiden tot aandoeningen zoals glaucoom, wat tot verlies van gezichtsvermogen kan leiden.
Een normale oogdruk ligt doorgaans tussen de 10 en 21 mmHg (millimeter kwik). Waarden buiten dit bereik kunnen wijzen op:

  • Te lage oogdruk: Problemen met productie of afvoer van oogvocht.
  • Te hoge oogdruk: Kan een teken zijn van een verhoogd risico op glaucoom, hoewel niet iedereen met een hoge oogdruk glaucoom ontwikkelt.

De oogdruk kan gedurende de dag variëren, dus het is belangrijk regelmatig een oogarts te raadplegen om te controleren of je oogdruk binnen het normale bereik ligt, vooral wanneer je risico loopt op oogproblemen.
Bepaalde houdingen of activiteiten kunnen de oogdruk tijdelijk verhogen. Denk aan:

  • Yoga-posities waarbij je ondersteboven hangt, zoals de downward facing dog.
  • Zware krachttraining of gewichtheffen.
  • Het bespelen van blaasinstrumenten.

Deze activiteiten verhogen de druk in het lichaam (en dus ook in de ogen), wat bij mensen met glaucoom of verhoogde oogdruk mogelijk extra schade kan veroorzaken.

Aandoeningen die verband houden met de voorste oogkamer

Er bestaan diverse aandoeningen waarbij de voorste kamer een rol speelt.

  • Vlekken of verkleuring van de voorste kamer (hyphema) is een aandoening waarbij er bloed in de voorste kamer van het oog terechtkomt. Meestal na trauma of verwonding. Het bloed kan het zicht beïnvloeden en leidt meestal tot pijn en wazig zicht.
  • Glaucoom: Een beschadiging van de oogzenuw door een te hoge oogdruk, wat tot gezichtsveldverlies kan leiden. Het wordt o.a. veroorzaakt door een verhoogde oogdruk of het zit in de familie. Ca. 112 miljoen mensen ter wereld hebben glaucoom (cijfers 2025). In Nederland is dat ongeveer 2% van de bevolking. Veel mensen weten niet dat ze glaucoom hebben, omdat het meestal langzaam en zonder duidelijke klachten begint. Het gezichtsveld wordt stukje bij beetje kleiner, vaak zonder dat je het doorhebt. Er bestaan meerdere vormen van glaucoom. De meest voorkomende is openkamerglaucoom. Dit is een chronische vorm waarbij de afvoer van het kamerwater langzaam verslechtert, wat leidt tot verhoogde oogdruk.

Wat als er iets mis is met de voorste oogkamer?

Laat je oogdruk regelmatig controleren, zeker als glaucoom in de familie voorkomt.
Hoewel glaucoom niet te genezen is, zijn er mogelijke behandelingen om de oogdruk te verlagen en verdere schade te beperken.
De eerste stap in de behandeling is meestal oogdruppels. Vaak druppel je één keer per dag, bijvoorbeeld voor het slapen gaan. De druppels kunnen de productie van kamerwater verminderen en/of de afvoer van kamerwater verbeteren.
Een andere mogelijkheid is selectieve lasertrabeculoplastiek (SLT). Dit is een behandeling waarbij met korte laserpulsen het afvoersysteem van het oog wordt verbeterd. Hiermee verlaag je de weerstand van het afweersysteem, waardoor de afvoer verbeterd en de oogdruk verlaagt. Het effect is niet blijvend: na een aantal jaar kan herhaling nodig zijn. Niet elke vorm van glaucoom is geschikt voor SLT.
Als druppels en laserbehandelingen niet voldoende effect hebben, kan een operatie worden overwogen. Voorbeelden zijn:

  • Trabeculectomie: een kleine opening wordt gemaakt om overtollig kamerwater af te voeren.
  • Drainage-implantaten: kleine buisjes die de oogdruk helpen reguleren.
  • Ooglens verwijderen: hiermee wordt direct de druk op het oog verminderd. Deze operatie verloopt precies hetzelfde als bij die van staar (cataract).

Hoe zit het bij mij?

Ik heb al sinds mijn jeugd een te lage oogdruk. Mijn druk schommelt tegenwoordig zowel in mijn linker- als rechteroog rond de 3. Het is altijd een gedoe in het ziekenhuis om hem bij mij te meten. De enige manier waarop het bij mij lukt is via applanatie tonometriem (een blauwe lamp). Ik krijg vooraf een druppel in mijn oog om het oog te verdoven. Daarna volgt een tweede druppel met gele kleurstof. Ik zet vervolgens mijn kin op het kinnenbakje en druk mijn gezicht tegen het frame van het grote oogartsinstrument. Vervolgens zet de oogarts een soort stiftje tegen het oog, waarmee voorzichtig het hoornvlies een klein beetje wordt ingedrukt. De oogarts schijnt tegelijkertijd met blauw licht op het oog. De kleurstof licht hierdoor helder op en zo kan hij de oogdruk aflezen.
Bij mij is het probleem dat ik nystagmus heb en mijn ogen daardoor druk bewegen. Bij dit onderzoek moet je je ogen zo stil mogelijk houden en niet knipperen. Iets wat voor mij onwijs lastig is. Het lukt daardoor niet elke arts-assistent mijn oogdruk te meten. In het AMC waren ze er bij het vooronderzoek altijd heilig van overtuigd dat ze het konden, waarna velen beschroomd moesten terugkomen op hun overmoedigheid en hulp inschakelen van zeer ervaren personeel.

De iris

De iris, ook wel het regenboogvlies genoemd, is het gekleurde deel van het oog dat de pupil omringt. De iris regelt de grootte van de pupil en bepaalt zo hoeveel licht het oog binnenkomt.
Net zoals een vingerafdruk is elke iris uniek, met een eigen patroon. De kleur van de iris wordt genetisch bepaald en hangt af van de hoeveelheid pigment (melanine). De meest voorkomende oogkleuren zijn:

  • Bruin: De meest voorkomende oogkleur wereldwijd (ca. 80% van de mensen), veroorzaakt door een hoge hoeveelheid melanine.
  • Blauw: Ontstaat door een lage hoeveelheid melanine en de verstrooiing van licht in de iris.
  • Groen: Een zeldzame oogkleur, veroorzaakt door een combinatie van weinig melanine en een gele pigmentlaag.
  • Grijs: Een variatie op blauw, waarbij de dichtere structuur van de iris zorgt voor een andere lichtweerkaatsing.
  • Hazelnoot (hazel): Een mix van bruin, groen en soms goudtinten, afhankelijk van de lichtinval.
  • Amber: Een warme, goudgele of koperkleurige iris door een hoog gehalte aan lipochroom (een ander type pigment).
  • Rood/roze: Komt voor bij albinisme, waarbij bijna geen melanine aanwezig is, waardoor bloedvaten doorschijnen.

Bij baby’s kan de oogkleur in de eerste levensjaren veranderen. Op latere leeftijd kan de kleur af en toe licht wijzigen door ziekte, medicatie of veroudering. Er bestaan klinieken die operatief de oogkleur veranderen. Deze behandelingen zijn risicovol en worden door oogartsen afgeraden. Ook zijn er gekleurde contactlenzen beschikbaar.
Sommige mensen hebben twee verschillende kleuren ogen, een zeldzaam fenomeen genaamd heterochromie. Dit kan aangeboren zijn of ontstaan door letsel, ontsteking of een medische aandoening. Je hebt diverse vormen:

  • Volledig: Eén oog heeft een andere kleur dan het andere.
  • Sectoraal (partieel): Een deel van de iris heeft een andere kleur dan de rest.
  • Centraal: De binnenste ring van de iris heeft een andere kleur dan de buitenste.

Beschadiging van de iris kan leiden tot lichtgevoeligheid, wazig zicht of problemen met de pupilreactie. Dit kan ontstaan door letsel, ontstekingen of operaties. Het is mogelijk zonder iris te leven, maar dit maakt het moeilijk licht te reguleren, wat leidt tot extreme lichtgevoeligheid en problemen met scherp zien.

Oogaandoeningen die te maken hebben met de iris

Er zijn verschillende oogaandoeningen die de iris kunnen aantasten:

  • Iritis (uveïtis anterior): Ontsteking van de iris, vaak veroorzaakt door auto-immuunziekten of infecties. Symptomen zijn pijn, roodheid, lichtgevoeligheid en wazig zicht.
  • Aniridie: Een (gedeeltelijk) ontbrekende iris, meestal aangeboren. Dit kan leiden tot lichtgevoeligheid en verminderd zicht.
  • Iriscoloboom: Een aangeboren of verworven afwijking waarbij een deel van de iris ontbreekt, wat resulteert in een sleutelgatvormige pupil. De invloed op het zicht hangt af van de grootte van de afwijking.

Wat als de iris beschadigd raakt of niet meer goed functioneert?

Afhankelijk van de oorzaak en ernst van de schade kan de iris gedeeltelijk gerepareerd of vervangen worden.
Bij kleine scheuren of beschadigingen kan een oogchirurg de iris herstellen met microchirurgische technieken. Dit wordt vaak gedaan na een oogtrauma of operatie.
Als de iris ernstig beschadigd is of ontbreekt (bijv. door een ongeluk of een aangeboren aandoening zoals aniridie), kan een kunstmatige iris worden geïmplanteerd. Dit is een op maat gemaakte gekleurde lens die de functie van de iris nabootst. Irisimplantaten brengen risico’s met zich mee en worden doorgaans alleen toegepast bij ernstige lichtgevoeligheid of cosmetische problemen.
Ook kunnen voor mensen met een beschadigde of ontbrekende iris gekleurde of irisdiafragmalenzen helpen lichtinval te reguleren en cosmetisch te corrigeren.

De pupil (Pupilla)

De pupil is het zwarte gat in het midden van de iris (het gekleurde deel van het oog). De iris regelt de grootte van de pupil en bepaalt zo hoeveel licht het oog binnenkomt. De pupil kan zich automatisch aanpassen aan de lichtomstandigheden:

  • Pupilverwijding (mydriasis) → Bij weinig licht trekken de radiale spieren in de iris samen, waardoor de pupil groter wordt. Dit helpt om meer licht op het netvlies te laten vallen, zodat je beter kunt zien in het donker. De pupil is dan ca. 4 tot 8 mm in doorsnee.
  • Pupilvernauwing (miosis) → Bij fel licht trekken de kringspieren in de iris samen, waardoor de pupil kleiner wordt. Dit voorkomt dat te veel licht het oog binnenkomt en beschermt het netvlies tegen overbelasting. De pupil is dan 2 tot 4 mm in doorsnee.

Deze aanpassingen gebeuren automatisch via de pupilreflex, die wordt aangestuurd door de hersenen. De pupilgrootte wordt verder beïnvloed door sterke emoties, zoals angst, opwinding of verliefdheid. Dit kan de pupil tijdelijk verwijden door een verhoogde adrenaline-afgifte. Ook bepaalde medicijnen en verdovende middelen kunnen de pupillen doen verwijden of vernauwen.

Oogaandoeningen die de pupil beïnvloeden

Sommige oogaandoeningen kunnen de grootte en reactie van de pupil beïnvloeden:

  • Anisocorie: Een aandoening waarbij de pupillen ongelijk van grootte zijn. Dit kan onschuldig zijn, maar kan ook duiden op een neurologisch probleem.
  • Horner-syndroom: Een aandoening waarbij het ooglid van een oog wat naar beneden hangt, de pupil van dat oog heel klein is en de huid rondom het oog niet meer zweet en daardoor droog is.
  • Adie syndroom: Een aandoening waarbij de pupil van een of beide ogen wijder is dan gebruikelijk en niet of niet snel kleiner wordt wanneer er met een lampje op wordt geschenen.

Wat als de pupil beschadigd raakt of niet meer goed functioneert?

De pupil kan beschadigd raken door trauma of ziekte. Dat kan in sommige gevallen gerepareerd worden.
Soms kunnen oogdruppels worden gebruikt om de pupilgrootte tijdelijk te reguleren, vooral bij bepaalde aandoeningen, zoals iritis of andere oogontstekingen.
Als de pupil niet goed reageert op licht (bijv. door zenuwschade of oogtrauma), kunnen artsen proberen de functie te herstellen door de onderliggende oorzaak te behandelen.
In geval van een abnormale pupil (zoals een verkrampte pupil of een niet-ronde pupil door trauma), kan een chirurgische ingreep worden uitgevoerd om de pupil weer in een normale vorm te krijgen. Dit kan nodig zijn wanneer de pupilstructuur zelf is beschadigd.

Hoe zit het bij mij?

Ik krijg regelmatig opmerkingen over de pupil van mijn linkeroog. Die lijkt grijs in plaats van zwart, maar er is niets mis met mijn pupil zelf. Wat je ziet, is wildgroei van littekenweefsel als gevolg van eerdere oogoperaties aan het netvlies. Omdat ik met mijn linkeroog niets meer zie, zou het verwijderen van het littekenweefsel puur om cosmetische redenen zijn. Bovendien brengt een operatie voor mij grote risico’s met zich mee: mijn oogdruk is laag en er bestaat een kans dat mijn oog zou inzakken na de ingreep.
Wanneer ik naar de oogarts ga, krijg ik eerst een onderzoek door een assistent. Daar ontstaat regelmatig discussie over medicatie. Het is gebruikelijk om oogdruppels te gebruiken om de pupil te verwijden, zodat de oogarts beter kan kijken. Bij mij werkt deze medicatie nauwelijks, waardoor ik het liever niet laat toedienen.

De achterste oogkamer

De achterste oogkamer, ook wel de tweede oogkamer genoemd, bevindt zich tussen de iris en de ooglens. Net als de voorste oogkamer is deze gevuld met kamerwater, dat een cruciale rol speelt bij het voeden van het hoornvlies en de lens en het handhaven van een gezonde oogdruk.
Belangrijke structuren in de achterste oogkamer:

  • Iris (regenboogvlies): Vormt de scheiding tussen de voorste en achterste oogkamer.
  • Pupil: De opening in de iris waardoor het kamerwater van de achterste naar de voorste oogkamer stroomt.
  • Ooglens: Bevindt zich direct achter de achterste oogkamer en zorgt voor scherpstelling.
  • Straalvormig lichaam (corpus ciliare): Produceert het kamerwater en speelt een rol bij de accommodatie van de lens.
  • Lensbandjes (zonulavezels): Houden de lens op zijn plek en verbinden deze met het straalvormig lichaam.

De achterste oogkamer is dus essentieel voor de aanmaak en circulatie van kamerwater, wat bijdraagt aan een stabiele oogdruk en de voeding van de lens en het hoornvlies.

De ooglens (Lens crystallina)

De ooglens bevindt zich direct achter de pupil en speelt een cruciale rol bij het scherpstellen van beelden. De lens heeft een lichte bolling. Dankzij de flexibiliteit van de lens kan deze van vorm veranderen, aangestuurd door de kringspier (accommodatiespier) rondom de lens.

  • Bol (dikker) → Voor dichtbij kijken
    Wanneer je iets van dichtbij bekijkt, trekt de kringspier samen en ontspannen de lensbandjes. Hierdoor wordt de lens boller, wat nodig is om dichtbijgelegen objecten scherp te zien.
  • Plat (dunner) → Voor veraf kijken
    Als je in de verte kijkt, ontspant de kringspier en trekken de lensbandjes de lens platter. Dit helpt scherp te zien op grote afstand.

Je ogen werken een beetje zoals een camera: de lens zorgt ervoor dat beelden scherp op het netvlies terechtkomen. Niet bij iedereen werkt dat, en dan kan een bril helpen de brekingsfouten van de lens te corrigeren.

  • Bijziendheid (myopie) → Min (-) sterkte
    Dichtbij zien gaat goed, maar in de verte is alles wazig. Dit komt doordat de oogbol te lang is of de lens te sterk breekt, waardoor het beeld vóór het netvlies valt. Een min-bril (-) buigt het licht iets naar buiten, zodat het precies op het netvlies terechtkomt. Ernstige bijziendheid wordt hoge myopie genoemd. Het gaat dan meestal om -6 of hoger en of een ooglengte van minimaal 26 mm. Hoge myopie vergroot het risico op oogproblemen, zoals netvliesloslating, glaucoom en maculadegeneratie (MD). Daarom wordt regelmatige controle door een oogarts aanbevolen, vooral als de myopie blijft toenemen. Men verwacht dat in 2050 myopie de meest voorkomende oorzaak van blindheid en slechtziendheid zal zijn.
  • Verziendheid (hypermetropie) → Plus (+) sterkte
    Veraf zien gaat goed, maar dichtbij is alles onscherp. Dit komt doordat de oogbol te kort is of de lens te zwak breekt, waardoor het beeld achter het netvlies valt. Een plus-bril (+) helpt door het licht meer te bundelen, zodat het scherp op het netvlies valt.

Oogaandoeningen die te maken hebben met de ooglens

De ooglens kan door verschillende aandoeningen worden aangetast:

  • Staar (cataract): De lens wordt troebel, waardoor het zicht wazig of dof wordt. Dit komt meestal door veroudering, maar kan ook erfelijk zijn of ontstaan door diabetes of oogletsel.
  • Presbyopie (ouderdomsverziendheid): De lens verliest flexibiliteit, waardoor scherpstellen op dichtbij moeilijker wordt. Dit begint vaak rond de 40-50 jaar en wordt gecorrigeerd met een leesbril (+).
  • Lensluxatie: De lens raakt gedeeltelijk of volledig los van de ophangbandjes. Dit kan aangeboren zijn (bijv. bij het Marfan-syndroom) of ontstaan door letsel. Het kan leiden tot wazig zicht, dubbelzien of verhoogde oogdruk.

Wat als de ooglens beschadigd raakt of niet meer goed functioneert?

Bij hoge myopie kan een staaroperatie ervoor zorgen dat de hoge minsterkte gecorrigeerd wordt. De ingreep geeft wel een verhoogd risico op een
netvliesloslating.
Naast hoge myopie kunnen er andere redenen zijn voor een operatie aan de lens. Afhankelijk van de aandoening of schade kan de ooglens worden vervangen of gerepareerd:

  • Cataractoperatie (lensvervanging): Bij staar wordt de troebele lens verwijderd en vervangen door een kunstlens (intraoculaire lens, IOL). Dit is een van de meest voorkomende oogoperaties ter wereld.
  • Kunstlensimplantatie: Voor mensen zonder cataract, maar met een sterke brekingsafwijking (zoals ernstige bij- of verziendheid), kan een kunstlens worden geplaatst om het zicht te verbeteren. Dit wordt toegepast bij mensen die ongeschikt zijn voor laserchirurgie.
  • Herstel van lensluxatie: Bij lensluxatie kan de lens operatief worden teruggeplaatst of vervangen door een kunstlens.
  • Lensreparatie: In zeldzame gevallen kan een beschadigde lens gestabiliseerd of hersteld worden, zonder dat volledige vervanging nodig is.

De keuze tussen vervanging en reparatie hangt af van de specifieke situatie en wordt altijd beoordeeld door een oogarts.

Hoe zit het bij mij?

Ik heb hoge myopie. Mijn oog is dus niet mooi rond, maar is meer langwerpig. Ik heb mede hierdoor zeker twintig netvliesloslatingen gehad. Als kind heb ik meerdere netvliesoperaties ondergaan, waarbij mijn lens steeds tijdelijk werd verwijderd. Uiteindelijk is hij niet meer teruggeplaatst, waardoor ik nu geen ooglens meer heb.

Wordt vervolgd…

Volgende maand op vrijdag 9 mei verschijnt deel 3 van mijn blog over het oog. Hierin komen de structuren en elementen aan bod die een rol spelen in het glasachtig lichaam, het netvlies, de oogzenuw en de hersenen.

Disclaimer

Ik ben geen oogarts of medisch specialist. In deze blog deel ik kennis en inzichten die ik in de loop der jaren heb opgedaan over ogen, aangevuld met informatie uit bronnen, waaronder het internet. Hoewel ik mijn best doe correcte en nuttige informatie te geven, ben ik niet opgeleid in de oogheelkunde en kan mijn kennis onvolledig of verouderd zijn. Bij oogproblemen of vragen over je zicht is het altijd verstandig contact op te nemen met een oogarts of huisarts voor professioneel advies.

Ook nieuwsgierig?

Ben jij ook benieuwd naar hoe ik iets aanpak met mijn visuele beperking? Stuur me een bericht en misschien lees je het antwoord op jouw vraag in de volgende ‘Hoe doe je dat?’.

Nooit meer een Tikje Anders blog missen?

Volg Tikje Anders op social media en mis geen enkele blogupdate. Je vindt me op Facebook, Instagram en LinkedIn!

Wil je een seintje krijgen als er een nieuwe blogpost is? Vul dan je e-mailadres in onderaan deze pagina en klik op ‘Abonneren’ om updates rechtstreeks in je mailbox te ontvangen.

Deel dit bericht met je netwerk!

Laat hieronder jouw reactie achter op bovenstaande blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.